PRIMAIR:
I.Norvold te veroordelen om tegen behoorlijke kwijting aan [eiser] een schadevergoeding te betalen van € 15.476,37; althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 e.v. BW vanaf 8 december 2009, althans vanaf de dag der eerste aanschrijving, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan het moment van algehele voldoening;
SUBSIDIAIR:
II.Norvold te veroordelen om binnen 1 maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis zodanige maatregelen te treffen, dat het herstel of vervanging van de natuurstenen vloer bij [eiser] wordt bewerkstelligd, zonder (het risico van) gaten en aders of anderszins. Zulks op last van een dwangsom ad € 5.000,- per dag dat Norvold met deze veroordeling in gebreke blijft;
III.En voorts daarbij te bepalen dat [eiser] gerechtigd is, indien Norvold niettegenstaande een veroordeling zoals hiervoor onder sub II omschreven binnen 1 maand na het wijzen van het vonnis geen uitvoering geeft aan het vonnis (onverminderd de aanspraak van [eiser] op de te verbeuren dwangsommen), om uitvoering te geven aan de maatregelen, zoals omschreven in sub II, zulks echter op kosten en voor rekening van Norvold zelf (via een professionele partij);
PRIMAIR EN SUBSIDIAIR:
IV.Norvold te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting ter zake van de immateriële schade en de schade aan de overige zaken aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.095,31, en in het geval van een nieuw te realiseren natuurstenen vloer bij [eiser] dan wel in het geval van herstelwerkzaamheden van de huidige vloer bij [eiser], zoals omschreven in sub II, Norvold te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen alle hiervoor te maken (on)kosten van [eiser], althans subsidiair een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 e.v. BW vanaf 8 december 2009, althans vanaf de dag der eerste aanschrijving, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan het moment van algehele voldoening;
V.Norvold te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting ter zake van buitengerechtelijke incassokosten aan [eiser] te betalen een bedrag ad € 904 (excl. BTW) althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 e.v. BW vanaf de dag der eerste aanschrijving althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan het moment van algehele voldoening;
VI.Norvold te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen alle kosten welke op de tenuitvoerlegging vallen, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,- een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, welk bedrag — voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt en het vonnis om die reden aan Norvold zal worden betekend — wordt verhoogd met een bedrag van € 73,45,- (excl. BTW), te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de datum waarop het in deze te wijzen vonnis aan Norvold zal worden betekend.
6.[eiser] stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
De natuurstenen vloer vertoont ernstige en grote gebreken. Als gevolg hiervan lijdt [eiser] schade. Deze schade bestaat uit de kosten van herstel/vervanging van de vloer. Dit wordt begroot op een bedrag van € 15.476,37. Voorts heeft [eiser] immateriële schade geleden omdat hij gedurende langere tijd met een gebrekkige vloer heeft moeten leven. Tevens is er schade aan andere zaken opgetreden. Deze twee schadeposten worden begroot op € 3.095,31. [eiser] acht Norvold als producent/leverancier van de natuurstenen vloer aansprakelijk voor de schade, primair op grond van de regeling productaansprakelijkheid (art. 6:183 e.v. BW). De gebreken leveren namelijk onveilige situaties op met het risico op letsel en schade aan omringende zaken. Subsidiair is Norvold aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). Norvold heeft producten in het verkeer gebracht die schade hebben veroorzaakt, hiermee is de onrechtmatigheid gegeven.