ECLI:NL:RBALK:2012:BY6560

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
5 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
389966 \ CV EXPL 11-5647
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vermeerdering van eis na conclusie van repliek afgewezen wegens opzegging overeenkomst

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Juresta Nederland B.V. betaling van een hoofdsom van € 419,18 van de gedaagde partij, [x]. Juresta stelde dat partijen op 15 juni 2011 een incasso-overeenkomst en een advocatenovereenkomst waren aangegaan, waarbij [x] een jaarlijkse bijdrage verschuldigd was. Ondanks herhaalde aanmaningen had [x] de factuur onbetaald gelaten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat Juresta haar verplichtingen niet was nagekomen, waardoor hij de contracten had opgezegd.

De kantonrechter oordeelde dat [x] erkende de incasso-overeenkomst te zijn aangegaan en dat hij in beginsel verplicht was tot betaling van de jaarlijkse bijdrage. Het verweer van [x] dat hij de overeenkomst had opgezegd wegens wanprestatie van Juresta werd verworpen, omdat dit niet voldoende was onderbouwd. De kantonrechter wees de vordering van Juresta toe voor de periode van 15 juni 2011 tot 15 juni 2012, inclusief rente, maar wees de vermeerdering van de eis voor de daaropvolgende periode af. Juresta had het verweer van [x] als een opzegging moeten beschouwen, waardoor de overeenkomst rechtsgeldig was opgezegd.

De kantonrechter kende ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten toe, omdat deze voldoende waren onderbouwd. De proceskosten werden voor rekening van [x] gesteld. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 5 november 2012 door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Hoorn
Zaaknummer/rolnummer: 389966 \ CV EXPL 11-5647 BL
Uitspraakdatum: 5 november 2012
Vonnis in de zaak van:
389966 \ CV EXPL 11-5647
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Juresta Nederland B.V., h.o.d.n. Juresta creditmanagement
gevestigd te Apeldoorn
eisende partij
verder ook te noemen: Juresta
gemachtigde: mr. A. Schats te Apeldoorn
tegen
[X], h.o.d.n. [X], wonend en zaakdoend [adres]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [x]
procederend in persoon
Het procesverloop
Voor het procesverloop verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken:
-de dagvaarding van 9 december 2011 met producties;
-de conclusie van antwoord;
-de conclusie van repliek met producties;
-de akte vermeerdering van eis met producties;
-de conclusie van dupliek.
Vervolgens is op vandaag uitspraak bepaald.
Het geschil
1. Juresta vordert bij inleidende dagvaarding betaling van een hoofdsom van € 419,18 van [x]. Ook vordert Juresta betaling van contractuele rente (tot 1 december 2011 berekend op € 37,57) en incassokosten (€ 75,00). Daarbij stelt Juresta – kort weergegeven – het volgende. Partijen zijn op 15 juni 2011 een incasso-overeenkomst Nederland (en een advocatenovereenkomst) aangegaan, onder toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Op grond van de incasso-overeenkomst is [x] een jaarlijkse bijdrage van € 419,18 (inclusief btw) verschuldigd, die voor de periode van 15 juni 2011 tot 15 juni 2012 bij factuur van 22 juni 2011 aan [x] in rekening is gebracht. [x] heeft deze factuur onbetaald gelaten, ondanks herhaalde aanmaning.
2. [x] heeft verweer gevoerd. Daartoe stelt [x] – samengevat – het volgende. Kort nadat [x] de overeenkomsten met Juresta was aangegaan, is Juresta haar verplichtingen daaruit voortvloeiende verplichtingen niet nagekomen. Daarom heeft [x] direct aan Juresta laten weten af te zien van de contracten.
3. Bij akte heeft Juresta haar vordering vermeerderd met een bedrag van € 419,18, betreffende de inmiddels verschuldigde jaarlijkse bijdrage voor de periode van 15 juni 2012 tot 15 juni 2013, die bij factuur van 3 mei 2012 aan [x] in rekening is gebracht.
4. Bij de beoordeling zal zo nodig nog nader op de standpunten van partijen worden ingegaan.
De beoordeling
5. [x] erkent dat hij de incasso-overeenkomst waarop Juresta haar vordering baseert is aangegaan. Artikel 4 van deze overeenkomst bepaalt dat het verschuldigde tarief € 352,25 exclusief btw (= € 419,18 inclusief btw) per jaar bedraagt, bij vooruitbetaling te voldoen. [x] is daarom in beginsel verplicht tot betaling van deze bijdrage.
6. Het verweer van [x] dat hij kort na het aangaan van de overeenkomst(en) deze telefonisch heeft opgezegd wegens wanprestatie van Juresta slaagt niet. Dit verweer van [x] spitst zich toe op de advocatenovereenkomst, terwijl de vordering van Juresta ziet op het incasso-overeenkomst tarief. Bovendien heeft [x] – tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Juresta – zijn verweer onvoldoende geconcretiseerd en op geen enkele wijze met stukken onderbouwd.
7. Gelet op het voorgaande wordt de gevorderde bijdrage ad € 419,18 over de periode van 15 juni 2011 tot 15 juni 2012 toegewezen. Ook de gevorderde rente daarover is toewijsbaar, omdat [x] niet weerspreekt dat deze rente is overeenkomen, dat de factuur te laat is betaald en [x] in verzuim is gekomen.
8. De in de loop van de onderhavige procedure door Juresta aan [x] gefactureerde bijdrage over de periode van 15 juni 2012 tot 15 juni 2013, waarmee Juresta haar vordering bij akte na de conclusie van repliek heeft vermeerderd, wordt afgewezen. Juresta moest uit het verweer van [x] begrijpen dat [x] van de overeenkomsten af wilde. Artikel 2 van de overeenkomst d.d. 15 juni 2011 bepaalt dat deze is aangegaan voor een periode van 1 jaar, en behoudens schriftelijke opzegging 2 maanden voor het verstrijken van deze periode, stilzwijgend wordt verlengd, telkens met 1 jaar. De conclusie van antwoord van [x] dateert van 18 maart 2012. Juresta had dit verweer als opzegging moeten beschouwen. Daarmee neemt de kantonrechter als vaststaand aan dat de overeenkomst met ingang van 15 juni 2012 rechtsgeldig is opgezegd.
9. De in overeenstemming met de gebruikelijke landelijke richtlijnen (Rapport Voorwerk II) gevorderde buitengerechtelijke kosten ad € 75,00 worden toegewezen, omdat voldoende is gebleken van werkzaamheden die de gevorderde vergoeding rechtvaardigen.
10. De uitslag van de procedure brengt mee dat de proceskosten voor rekening van [x] komen.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [x] om aan Juresta tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 531,75, te vermeerderen met de overeengekomen rente over € 419,18 vanaf 1 december 2011 tot de dag van betaling, een en ander een bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaand.
Veroordeelt [x] in de proceskosten, die tot heden voor Juresta worden vastgesteld op een bedrag van € 720,31 (€ 83,31 aan dagvaardingskosten, € 437,00 aan griffierecht en een bedrag van € 200,00 voor salaris van de gemachtigde van Juresta).
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op 5 november 2012 in het openbaar uitgesproken.