ECLI:NL:RBALK:2012:BZ6063

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
10 december 2012
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
412228 \ CV EXPL 12-3149
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op bedrog bij totstandkoming overeenkomst slaagt

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Retail Energie B.V. (hierna: Essent) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor betaling van een hoofdsom van € 1.062,29, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Essent stelt dat zij gas en elektriciteit heeft geleverd aan [gedaagde] en dat deze laatste de eindafrekening niet heeft voldaan. [gedaagde] heeft echter verweer gevoerd en betwist dat hij een overeenkomst met Essent is aangegaan. Hij stelt dat hij in juni 2010 was overgestapt naar Eneco en dat hij door een medewerker van Essent op het verkeerde been is gezet, omdat hem werd verteld dat hij al klant was bij Essent.

De kantonrechter heeft de processtukken bekeken, waaronder de dagvaarding en de conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat Essent [gedaagde] telefonisch heeft benaderd om hem als klant te werven. [gedaagde] heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van een lopende overeenkomst met Essent en dat hij alleen op de aanbieding wilde ingaan als hij al klant was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Essent onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar stelling te onderbouwen dat [gedaagde] akkoord ging met de aanbieding.

De kantonrechter heeft het verweer van [gedaagde] als geldig erkend en geconcludeerd dat hij door bedrog van Essent is misleid. Hierdoor is de overeenkomst vernietigbaar. Aangezien er geen andere grondslag voor de vordering is aangevoerd, heeft de kantonrechter de vordering van Essent afgewezen. Tevens is Essent veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nihil zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan op 10 december 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Hoorn
Zaaknummer/rolnummer: 412228 \ CV EXPL 12-3149 /HB
Uitspraakdatum: 10 december 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Retail Energie B.V., gevestigd te ‘s-Hertogenbosch
eisende partij
verder ook te noemen: Essent
gemachtigde: GGN Amsterdam te Amsterdam
tegen
[naam], wonende te [adres]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
Het procesverloop
Voor het procesverloop verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken:
-de dagvaarding van 20 juli 2012;
-de conclusie van antwoord;
-de conclusie van repliek met producties;
-de conclusie van dupliek met producties;
Vervolgens is op vandaag uitspraak bepaald.
Het geschil
1. Essent vordert betaling van een hoofdsom ad € 1.062,29 van [gedaagde]. Ook vordert Essent betaling van de wettelijke rente (berekend tot de dag der dagvaarding bedragend € 52,62) en de buitengerechtelijke incassokosten ad € 150,-.
2. Essent legt aan haar vordering ten grondslag - kort weergegeven - dat zij onder toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden in opdracht en voor rekening van [gedaagde] gas en elektriciteit heeft geleverd met betrekking tot het perceel [adres]. De daarvoor toegezonden eindafrekening d.d. 26 januari 2011 ad € 1.062,29 heeft [gedaagde] ondanks sommaties niet voldaan. Hierdoor is [gedaagde] tevens de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden.
3. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Daartoe stelt [gedaagde] - samengevat - dat hij in juni 2010 was overgestapt van energiebedrijf Nuon naar Eneco. In oktober 2010 werd hij telefonisch benaderd door een medewerker van Essent met een aanbieding. [gedaagde] heeft toen aangegeven dat hij kort geleden al was overgestapt naar een andere energieleverancier en dat hij alleen op de aanbieding wilde ingaan als hij al klant was van Essent. [gedaagde] wist namelijk niet meer precies of hij was overgestapt van Nuon naar Eneco of van Nuon naar Essent. De medewerker van Essent antwoordde toen dat [gedaagde] al klant was van Essent, maar dat hij toch van de aanbieding gebruik mocht maken. Hierom is [gedaagde] op de aanbieding ingegaan. Toen hij enige tijd later (omstreeks oktober/november 2010) werd benaderd door de klantenservice van Eneco met de vraag waarom hij na zo’n korte tijd al was overstapt naar Essent, begreep [gedaagde] dat hij was beetgenomen. Eneco heeft hem toen toegezegd dat Eneco de levering bij Essent zou annuleren. Hierom heeft [gedaagde] ook niet gereageerd op de door Essent toegezonden bevestigingsbrief van de overeenkomst d.d. 1 oktober 2010. Eneco had immers al namens hem gereageerd. Een nadien volgens Essent toegezonden brief d.d. 11 oktober 2010 (productie 3 bij repliek) heeft [gedaagde] nooit ontvangen. Verder betwist [gedaagde] de juistheid van het bij de eindafrekening in rekening gebrachte bedrag. Dit is buitensporig hoog. De waarden waarop dit bedrag is gebaseerd zijn volgens [gedaagde] onjuist ingeschat.
4. Bij de beoordeling zal zo nodig nog nader op de standpunten van partijen worden ingegaan.
De beoordeling
5. Tussen partijen staat vast dat Essent [gedaagde] telefonisch heeft benaderd om hem als klant te werven. Volgens Essent heeft [gedaagde] in dat gesprek aangegeven klant te willen worden van Essent. [gedaagde] daarentegen stelt zich blijkens zijn verweer op het standpunt dat hij door Essent op het verkeerde been is gezet door de onjuiste mededeling van Essent dat hij reeds klant bij haar was. Hierdoor is [gedaagde] naar hij heeft aangevoerd akkoord gegaan met de aanbieding van Essent.
6. De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] aldus, dat hij de vernietigbaarheid van de overeenkomst inroept met een beroep op bedrog. Weliswaar heeft Essent betwist dat zij [gedaagde] op het verkeerde been heeft gezet, maar zij heeft nagelaten die betwisting verder te onderbouwen (bijvoorbeeld) door de opname van het betreffende telefoongesprek in het geding te brengen. Dit had wel van Essent mogen worden verwacht. Nu Essent het betreffende verweer van [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, zal het ervoor worden gehouden dat [gedaagde] inderdaad door Essent is bedrogen. Nu het beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomst slaagt, komt Essent geen vordering uit hoofde van die overeenkomst toe. Een andere grondslag voor de vordering is niet aangevoerd. Het vorenstaande leidt ertoe dat de vordering moet worden afgewezen.
10. De uitslag van de procedure brengt mee dat de proceskosten voor rekening van Essent komen.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Essent in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op 10 december 2012 in het openbaar uitgesproken.