ECLI:NL:RBALM:2000:AA5207

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
10 maart 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
36970 KG ZA 57-2000
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Inden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vereniging tegen gedaagden over de rechtsgeldigheid van een algemene ledenvergadering

In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo werd behandeld, heeft de Armeense Kerkvereniging Almelo, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, een kort geding aangespannen tegen een groep gedaagden die een algemene ledenvergadering hadden uitgeschreven. De Vereniging vorderde dat de gedaagden de vergadering van 12 maart 2000 zouden afgelasten, omdat zij van mening was dat de datum te kort dag was en dat de rechtsgeldigheid van het bestuur niet in twijfel getrokken diende te worden. De gedaagden, die ook leden van de Vereniging zijn, hadden echter het recht om een vergadering uit te schrijven en voerden aan dat de Vereniging niet had gereageerd op hun verzoek om een vergadering uit te schrijven.

De president van de rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelden door de vergadering uit te schrijven, aangezien de Vereniging zelf ook op korte termijn een vergadering had belegd. De president concludeerde dat de vorderingen van de Vereniging moesten worden afgewezen, omdat de gedaagden hun rechten uitoefenden die hen door de statuten waren verleend.

In reconventie werd de Vereniging veroordeeld om de ledenlijsten aan de gedaagden af te geven, op straffe van een dwangsom. De rechtbank oordeelde dat de Vereniging geen gegronde redenen had om de afgifte van de ledenlijsten te weigeren, vooral omdat de conventionele vordering was afgewezen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 10 maart 2000.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALMELO
Kort Geding
zaaknummer: 36970 kg za 57 van 2000.
datum uitspraak vonnis: 10 maart 2000 (jd)
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Armeense Kerkvereniging Almelo,
gevestigd te Almelo,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen de Vereniging ,
advocaten: mr. H.A.A. Kienhuis en mr. A.S. Westerdijk,
procureur: mr. H.A.A. Kienhuis,
tegen
1. [Gedaagde 1],
2. [Gedaagde 2],
3. [Gedaagde 3],
4. [Gedaagde 4],
5. [Gedaagde 5],
6. [Gedaagde 6],
7. [Gedaagde 7],
allen wonende te Almelo,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna te noemen [Gedaagden] ,
procureur: mr. E.J.M. Abels.
De president van de arrondissementsrechtbank te Almelo, rechtdoende in kort geding.
Gehoord partijen en gezien de stukken;
Overweegt ten aanzien van:
Het verloop van de procedure:
1. De Vereniging heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de in deze zaak uitgebrachte dagvaarding.
2. Ter terechtzitting van 8 maart 2000 heeft de Vereniging de dagvaarding toegelicht bij monde van mr. Kienhuis welke werd bijgestaan door mr. Westerdijk.
3. Voor [Gedaagden] heeft mr. Abels verweer gevoerd.
4. Vervolgens is onder overlegging van de stukken, de inhoud ervan geldt als hier ingelast, vonnis verzocht.
Het geschil van partijen, de beslissing en de motivering:
in conventie en in reconventie
1. In dit vonnis kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
1.1. De Vereniging is opgericht bij notariële akte van 27 maart 1986. Zij heeft in eigendom en exploiteert een kerkgebouw gelegen aan de Chiel Dethmerstraat 1 te Almelo. In genoemd kerkgebouw houdt het kerkgenootschap “De Armeense Kerk” godsdienstige bijeenkomsten en kerkdiensten.
1.2. In oktober 1999 hebben leden van de Vereniging aan het toenmalig bestuur verzocht om een algemene ledenvergadering bijeen te roepen. Het bestuur heeft aan dit verzoek gevolg gegeven en een vergadering uitgeschreven welke vergadering op 12 december 1999 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering is een nieuw bestuur gekozen.
1.3. Bij schrijven van 31 januari 2000 hebben meer dan tien leden van de Vereniging, waaronder [Gedaagden], het bestuur van de Vereniging verzocht om binnen twee weken een algemene ledenvergadering uit te schrijven en op de agenda voor die vergadering de onderwerpen ‘het verkiezingssysteem’, ‘de schorsing en het ontslag van het bestuur’ en ‘de verkiezing van bestuursleden’ te plaatsen. Het bestuur heeft op dit schrijven niet gereageerd.
1.4. [Gedaagden] hebben vervolgens een advertentie geplaatst in het dagblad De Twentsche Courant/Tubantia van dinsdag 22 februari 2000. In die advertentie worden de leden van de Vereniging opgeroepen voor een algemene ledenvergadering te houden op 12 maart 2000 te Hengelo. De advertentie vermeldt als agendapunten de schorsing en het ontslag van het bestuur, het verkiezingssysteem en de verkiezing van bestuursleden.
2.1. De Vereniging stelt dat er geen reden is om de rechtsgeldigheid van het huidige bestuur in twijfel te trekken. De Vereniging heeft zich daarom bereid verklaard een algemene ledenvergadering uit te schrijven waarop de door [Gedaagden] genoemde punten zullen worden geagendeerd. De Vereniging is echter van mening dat de door [Gedaagden] geplande datum van 12 maart 2000 een onredelijk korte termijn is voor het organiseren van de algemene ledenvergadering. De vereniging heeft daarom 21 mei 2000 als datum genomen. Zij stelt dat het daardoor mogelijk is alle leden van de Vereniging alsmede een vertegenwoordiger van de aartsbisschop uit Parijs op een behoorlijke wijze uit te nodigen.
2.2. De Vereniging heeft [Gedaagden] bij brief van 2 maart 2000 gesommeerd de door hen bijeengeroepen algemene ledenvergadering van 12 maart 2000 af te gelasten. [Gedaagden] hebben geweigerd aan deze sommatie gevolg te geven.
2.3. De Vereniging stelt dat [Gedaagden] thans in strijd met de redelijkheid en billijkheid die ingevolge artikel 2:8 van het Burgerlijk Wetboek (BW) op hen rust, vasthouden aan de datum van 12 maart 2000. Zij vordert daarom in conventie om [Gedaagden], bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, te gelasten de algemene ledenvergadering van 12 maart 2000 af te gelasten en tot en met 21 mei 2000 afgelast te houden, zulks op straffe van een door elk van hen hoofdelijk verschuldigde en onmiddellijk opeisbare, niet voor rechterlijke matiging vatbare dwangsom van f. 250.000,-- indien [Gedaagden] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis nalatig blijven aan voornoemde verplichting te voldoen.
3.1. [Gedaagden] verzetten zich tegen de conventionele vordering. Zij stellen dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden bij de bestuursverkiezing van 12 december 1999. Omdat het zittende bestuur niet op het verzoek om het uitschrijven van een nieuwe algemene ledenvergadering is ingegaan hebben zij, aldus [Gedaagden], gebruik gemaakt van het aan hen toekomende recht om zelf een algemene ledenvergadering uit te schrijven. Zij zien geen reden de reeds uitgeschreven vergadering af te gelasten omdat de noodzakelijke voorbereidingen al zijn getroffen waaronder het huren van een locatie. [Gedaagden] stellen voorts dat de Vereniging het aan zichzelf te wijten heeft dat er thans nog slechts een korte termijn resteert tot aan vergadering van 12 maart 2000.
3.2. [Gedaagden] stellen bovendien dat de Vereniging het ook aan zichzelf te wijten heeft dat de leden via een advertentie moesten worden uitgenodigd nu de Vereniging heeft geweigerd de ledenlijsten aan [Gedaagden] ter beschikking te stellen. [Gedaagden] vorderen in verband daarmee in reconventie om de Vereniging, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot afgifte van de ledenlijsten binnen 24 uur na dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom.
3.3. De Vereniging verzet zich tegen de reconventionele vordering.
4. Niet tussen partijen in geschil is dat [Gedaagden] de algemene ledenvergadering van 12 maart 2000 overeenkomstig de statuten van de Vereniging hebben uitgeschreven. De Vereniging is echter van mening dat het in strijd met de redelijkheid is om deze vergadering doorgang te laten vinden gelet op de door de Vereniging uit te schrijven vergadering van 21 mei 2000 waarop de door [Gedaagden] gewenste onderwerpen zullen worden geagendeerd. De vereniging vreest dat de vergadering van 12 maart 2000 onordelijk zal verlopen. Zij vreest bovendien dat eventuele bestuursverkiezingen met onvoldoende waarborgen zullen zijn omgeven zodat geen zekerheid zal bestaan dat die verkiezingen voldoende eerlijk en reglementair zijn verlopen. De Vereniging geeft tevens aan belang te hechten aan de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de aartsbisschop.
5. De president is met de Vereniging van oordeel dat ook indien moet worden aangenomen dat het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering overeenkomstig de statuten heeft plaatsgevonden, het houden van een dergelijke vergadering gelet op het bepaalde in artikel 2:8, eerste lid van het BW, onder omstandigheden in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid die van degenen die bij een rechtspersoon betrokken zijn wordt gevorderd. De door de Vereniging in dat verband aangevoerde omstandigheden zijn echter niet van dien aard zijn dat zij het oordeel rechtvaardigen dat er sprake is van strijd met de redelijkheid en billijkheid aan de zijde van [Gedaagden]
7. Ook de Vereniging heeft immers besloten op korte termijn een algemene ledenvergadering bijeen te roepen. Om die reden moet worden aangenomen dat de bezwaren van de Vereniging zich niet zo zeer richten tegen het houden van een algemene ledenvergadering door [Gedaagden] als wel tegen de door hen geplande datum en de wijze van uitnodigen van de leden van de Vereniging. De Vereniging heeft echter vanaf 31 januari 2000 de gelegenheid heeft gehad te reageren op het verzoek van [Gedaagden] om een algemene leenvergadering te beleggen. De president is van oordeel dat de Vereniging het dientengevolge deels aan zichzelf te wijten heeft dat door [Gedaagden] op 12 maart 2000 een vergadering is gepland. Het is immers niet ondenkbaar dat [Gedaagden] bereid zouden zijn geweest om in overleg met de Vereniging tot een datum voor de algemene ledenvergadering te komen. Door niet te reageren op het verzoek van 31 januari 2000 heeft de Vereniging aldus het risico genomen voor voldongen feiten te worden geplaatst doordat [Gedaagden] van de door de statuten aan hen toegekende rechten gebruik zouden maken.
8. De president kan voorts wel een belang voor de Vereniging herkennen in het bijwonen van de algemene ledenvergadering door de aartsbisschop of diens vertegenwoordiger. Dit belang is echter mede gelet op het ontbreken van bepalingen dienaangaande in de statuten, van onvoldoende gewicht om in het onderhavige geval van strijd met de redelijkheid en billijkheid te kunnen spreken.
9. Naar het oordeel van de president is dan ook onvoldoende gebleken dat [Gedaagden] door het bijeenroepen van de algemene ledenvergadering op 12 maart 2000 handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid die zij jegens de Vereniging in acht hebben te nemen. De conventionele vorderingen van de Vereniging moeten derhalve worden afgewezen. De president heeft bij dit oordeel overigens van belang geacht dat [Gedaagden] ter zitting hebben toegezegd een notaris, door [Gedaagden] is in dit verband notaris Willems genoemd, te zullen benaderen voor de vergadering van 12 maart 2000 teneinde hem controle te laten uitoefenen op de kiesgerechtigdheid van de leden. Ook is toegezegd dat de notaris toezicht zal houden op een regelmatig verloop van de verkiezingen.
10. Ten aanzien van de reconventionele vordering merkt de president op dat de Vereniging in het kader van de conventionele vordering heeft gesteld dat uitstel van de vergadering van 12 maart 2000 noodzakelijk is om de leden op een juiste wijze voor die vergadering te kunnen uitnodigen. De president is van oordeel dat dit argument juist een reden geeft om de ledenlijsten thans aan [Gedaagden] ter beschikking te stellen.
11. Door de Vereniging is geen andere grond aangevoerd om de weigering tot afgifte van de ledenlijsten te staven dan dat het beleggen van een algemene ledenvergadering op 12 maart 2000 onrust binnen de Vereniging zal veroorzaken. Nu de conventionele vordering tot het afgelasten van die vergadering is afgewezen, kan deze grond geen rol meer spelen.
12. De reconventionele vordering komt gelet op het voorgaande voor toewijzing in aanmerking zij het dat de president aanleiding ziet de gevorderde dwangsom vast te stellen op
f. 10.000,--.
13. De president ziet in het feit dat partijen allen deel uitmaken van de Vereniging reden om de kosten van de procedure zowel in conventie als in reconventie te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
RECHTDOENDE IN KORT GEDING:
in conventie
I. Wijst de vorderingen van de Vereniging af.
in reconventie
II. Veroordeelt de Vereniging om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de ledenlijsten aan [Gedaagden] af te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van f. 10.000,-- in geval de Vereniging nalatig blijft aan deze veroordeling te voldoen.
III. Wijst af het meer of anders gevorderde.
in conventie en in reconventie
IV. Compenseert de kosten van de procedure in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
V. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen te Almelo door mr. Inden, president en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2000, in tegenwoordigheid van de griffier.