ECLI:NL:RBALM:2000:AA6919
Rechtbank Almelo
- Raadkamer
- M. Derks
- A. Rottier
- J. Maten
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheidsverweer in strafzaak met betrekking tot verdachte en processtukken
In deze zaak, behandeld door de Arrondissementsrechtbank Almelo, werd op 25 juli 2000 een uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De raadsvrouwe van de verdachte voerde een preliminair verweer aan, waarin zij stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden. Dit verweer was gebaseerd op het argument dat de verdediging ernstig was geschaad door het systematisch onthouden van stukken en informatie door het openbaar ministerie. De officier van justitie bestreed dit verweer en stelde dat het procesdossier op dat moment niet volledig was, maar dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank overwoog dat op een pro-forma zitting, waar geen inhoudelijke behandeling plaatsvond, het volledige proces-verbaal niet aanwezig hoefde te zijn. De rechtbank verwierp het verweer van de raadsvrouwe en verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in zijn vervolging. De rechtbank besloot de zaak te verwijzen naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen, zoals door de verdediging was verzocht. De rechtbank stelde ook dat de voorlopige hechtenis van de verdachte niet opgeheven kon worden, omdat de gronden daarvoor nog steeds aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de rechters en de griffier, en de verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting.