ECLI:NL:RBALM:2000:AA6934
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G.J. Roelvink
- Rechtspraak.nl
Bijstandsaanvraag voor kosten van curatorschap en de afwijzing daarvan
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Losser, waarbij de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van curatorschap is afgewezen. De eiser, A.G. Kieftenbeld, optredend als curator van mevrouw [gecurateerde], had op 20 februari 1999 een verzoek ingediend om bijzondere bijstand op grond van artikel 39, lid 1, van de Algemene bijstandswet (Abw). Dit verzoek werd afgewezen bij besluit van 1 april 1999, waarna eiser bezwaar maakte. Het bestreden besluit van 28 september 1999 verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure in overweging genomen. De kern van het geschil is of het besluit van verweerder in stand kan blijven. De rechtbank overweegt dat de aanvraag voor bijstand tijdig moet worden ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend. De rechtbank wijst erop dat onbekendheid met de regelgeving geen voldoende grond is om van de regel af te wijken dat aanvragen voorafgaand aan de periode waarvoor bijstand wordt gevraagd, moeten worden ingediend.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan op 1 mei 2000 door mr. J.G.J. Roelvink, met J. Wenniger als griffier. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.