ECLI:NL:RBALM:2000:AA6935
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en vergunningen in bestuursrechtelijke context
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. B.J. van Beek, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo (O) over de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding en de niet verleende vergunningen. Eiser had plannen om een broodjes- en delicatessenzaak te openen en een ontmoetingscentrum voor jongeren, maar zijn aanvragen voor een bijstandskrediet, vrijstelling van het bestemmingsplan voor de kelder, en een drank- en horecawetvergunning werden afgewezen. Eiser heeft geen bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van het bijstandskrediet en de vrijstelling voor de kelder, waardoor deze besluiten formele rechtskracht hebben gekregen. Eiser heeft wel bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard door verweerder.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van verweerder om de bezwaren van eiser niet-ontvankelijk te verklaren, niet in stand kan blijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding tijdig was ingediend. De rechtbank heeft het bestreden besluit op dit punt vernietigd, maar heeft bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit. Voor de overige onderdelen van het beroep heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard, omdat deze niet appellabel zijn en de burgerlijke rechter bevoegd is.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser geen schadevergoeding kan krijgen voor het niet tijdig beslissen op zijn verzoek, omdat hij geen bezwaar of beroep heeft ingesteld tegen het oorspronkelijke besluit. De rechtbank heeft de zaak gedeeltelijk gegrond verklaard en de kosten van het griffierecht aan eiser vergoed.