ECLI:NL:RBALM:2000:AA7507
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de maximale geluidsnorm en dwangsom in het bestemmingsplan Rijksweg 1, ged. Buren-Hengelo Oost
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank Almelo op 25 september 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van 5 juni 2000, waarbij de gemeente Hengelo de Minister een last onder dwangsom heeft opgelegd. Deze last houdt in dat de Minister binnen zes maanden maatregelen moet treffen om te voldoen aan de maximaal toegestane geluidsbelasting volgens het bestemmingsplan 'Rijksweg 1, ged. Buren-Hengelo Oost'. De Minister betwistte de noodzaak van de opgelegde last en de hoogte van de dwangsom, die maximaal 100 miljoen gulden kan bedragen.
De president overweegt dat de geluidsnormen in het bestemmingsplan niet alleen gelden ten tijde van de aanleg van de weg, maar ook voor de huidige situatie. De Minister heeft aangevoerd dat er ten tijde van de aanleg aan alle voorschriften werd voldaan, maar de president oordeelt dat de planvoorschriften een permanente norm impliceren die ook de intensiteit van het gebruik omvat. De president wijst erop dat de Wet geluidhinder geen grondslag biedt voor het opnemen van milieuhygiënische normen in bestemmingsplannen, maar dat de specifieke bepalingen in dit geval wel verbindend zijn.
Daarnaast wordt de begunstigingstermijn van zes maanden als onvoldoende gemotiveerd beschouwd, gezien de complexiteit van de benodigde maatregelen. De president concludeert dat de opgelegde dwangsom niet te hoog is, gezien de ernst van de geluidsproblematiek die al jaren speelt. Het verzoek van de Minister om de last onder dwangsom te schorsen wordt afgewezen, omdat de president van mening is dat de noodzaak tot het treffen van maatregelen dringend is. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de Minister om de onrechtmatige situatie te verhelpen en de geluidsnormen te respecteren.