ECLI:NL:RBALM:2000:AA7516

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
6 oktober 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
40520 kg za 268-2000
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Drewes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van gekraakt pand door gemeente Hengelo

In deze zaak heeft de gemeente Hengelo een kort geding aangespannen tegen meerdere gedaagden die een gedeelte van de [School] te Hengelo hebben gekraakt. De gemeente vordert beëindiging van het gebruik van het pand, omdat dit inbreuk maakt op haar eigendomsrecht. De gedaagden, die het pand als atelier en woonruimte gebruiken, hebben verweer gevoerd en stellen dat de gemeente niet spoedeisend belang heeft bij haar vordering. De president van de rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente wel degelijk een spoedeisend belang heeft, aangezien het kraken van het pand een onmiddellijke inbreuk op haar eigendomsrecht vormt.

De president overweegt dat de gedaagden geen pogingen hebben ondernomen om via de gemeente een alternatieve ruimte te verkrijgen voor hun culturele activiteiten. Hoewel de activiteiten van de gedaagden als sociaal en cultureel waardevol worden beschouwd, rechtvaardigt dit niet het onrechtmatig gebruik van de [School]. De gemeente heeft gedaagden een alternatieve locatie aangeboden, maar deze is door hen afgewezen vanwege de kosten en beperkingen die aan het gebruik van deze ruimte zijn verbonden.

De president concludeert dat het belang van de gemeente bij beëindiging van het kraken van het pand zwaarder weegt dan het belang van de gedaagden bij voortgezet gebruik van de [School]. De vordering van de gemeente wordt toegewezen, en gedaagden worden veroordeeld om het pand binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Indien gedaagden hieraan niet voldoen, wordt de gemeente gemachtigd om de ontruiming zelf uit te voeren, eventueel met hulp van justitie en politie. Tevens worden gedaagden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALMELO
Kort Geding
zaaknummer: 40520 kg za 268 van 2000.
datum uitspraak vonnis: 6 oktober 2000 (mcg).
de gemeente Hengelo,
zetelende te Hengelo,
eiseres,
hierna te noemen de gemeente ,
procureur: mr. C.P.B. Kroep,
tegen
1. [Gedaagde 1],
wonende te Hengelo, [Adres],
niet verschenen,
2. [Gedaagde 2],
wonende te Hengelo, [Adres],
3. [Gedaagde 3],
zonder bekende woon- en verblijfplaats,
niet verschenen,
4. [Gedaagde 4],
wonende te Hengelo, [Adres],
5. [Gedaagde 5],
wonende te Hengelo, [Adres],
niet verschenen,
6. [Gedaagde 6],
wonendete Hengelo, [Adres],
niet verschenen,
7. [Gedaagde 7],
wonende te Hengelo, [Adres],
8. de personen, die verblijven in de onroerende zaak gelegen te [Postcode] Hengelo (Ov.) aan [Adres] (of in een gedeelte daarvan), zijnde deze anderen dan gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht van voormelde onroerende zaak, wier naam en woonplaatsen niet kunnen worden achterhaald,
van wie is verschenen [Gedaagde 8], wonende te Amsterdam,
gedaagden;
van de verschenen gedaagde is:
procureur: mr. H.A.A. Kienhuis,
advocaat: mr. F. Klemann te Zwolle.
De president van de arrondissementsrechtbank te Almelo, rechtdoende in kort geding.
Gehoord partijen en gezien de stukken;
Overweegt:
over het verloop van de procedure:
Eiseres heeft gesteld en gevorderd als is te lezen in de dagvaarding.
Ter zitting heeft de gemeente haar standpunten doen toelichten door haar advocaat.
Mr. Klemann heeft voor gedaagden sub 2, 4, 7 en [Gedaagde 8] verweer gevoerd.
Tenslotte hebben partijen de stukken van het geding overgelegd en vonnis gevraagd.
over het recht:
1. Tegen de niet verschenen gedaagden wordt verstek verleend.
Gedaagden hebben een gedeelte van de [School] te Hengelo gekraakt. Zij gebruiken de school als atelier en woonruimte. De gemeente vordert beëindiging hiervan, nu gedaagden hiermee inbreuk maken op haar eigendomsrecht. Gedaagden concluderen tot niet-ontvankelijkheid van de gemeente in haar vordering, dan wel tot afwijzing van de vordering.
2. Gedaagden betwisten ten onrechte dat de gemeente een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Door het kraken van het pand in kwestie maken gedaagden een onmiddellijke inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente, zodat hiermee het spoedeisend belang van de gemeente gegeven is.
3. Gedaagden stellen voorts dat de gemeente niet heeft voldaan aan haar stelplicht ten aanzien van de onrechtmatige daad. De president is met de gemeente van oordeel dat zij voldoende heeft duidelijk gemaakt welk verwijt zij gedaagden maakt en welke schade zij door toedoen van gedaagden lijdt dan wel dreigt te lijden.
4. De juridische hoofdregel is: “Gij zult niet kraken”, juridisch gezegd geen inbreuk maken op (eigendoms)rechten van anderen. Dat doen gedaagden en daarom moeten zij ontruimen. Gedaagden beroepen zich er op dat om nader te noemen redenen hun verblijf in de school gerechtvaardigd is. Zij zijn dan ook van mening dat in dit geval een uitzondering op de hoofdregel dient te worden gemaakt. De president is voorshands van oordeel dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn die de onrechtmatigheid van het verblijf van gedaagden in de [School] rechtvaardigen en overweegt hiertoe het volgende.
5. Vrijwel alle gedaagden beschikken over een verblijfadres in Hengelo of elders, zodat zij niet om deze reden genoodzaakt waren om onrechtmatig in de [School] te verblijven. Bovendien is bekend dat Twente niet bepaald voorop loopt met woningnood en onbetaalbare huurprijzen ten opzichte van de rest van Nederland. Voorts staat onbetwist vast dat gedaagden, alvorens tot het kraken van het pand over te gaan, geen enkele poging hebben gedaan om via de gemeente aan ruimte te komen waar zij hun culturele activiteiten kunnen uitoefenen.
Ongetwijfeld zijn de activiteiten van gedaagden in sociaal en cultureel opzicht een aanwinst voor het maatschappelijke leven van Hengelo; dit houdt echter niet zonder meer in dat gedaagden hieraan volledig zelf vorm kunnen geven. Zij moeten ook rekening houden met omwonenden, dit in verband met (geluids)overlast. En het is nu juist de taak van de gemeente rekening te houden met de belangen van alle burgers. Die voert in dat kader een beleid dat er op is gericht voor allerlei aangelegenheden mogelijkheden te creëren op de daartoe meest geëigende bestemmingen. Het gebruik van gedaagden van de [School] als cultureel centrum is in strijd met het bestemmingsplan van de gemeente. De [School] is door de gemeente enkel en alleen aangewezen voor maatschappelijke doeleinden en niet voor woondoeleinden. Dit wordt door gedaagden ook niet ontkend.
6. Het niet volgen van de meest voor de hand liggende weg tot het verkrijgen van een atelier of ruimte door het indienen van een aanvraag bij de gemeente, valt gedaagden te verwijten. Zou de actie van gedaagden worden toegelaten, dan is het hek van de dam en wordt er een vrijbrief gegeven voor een ieder met veel inspiratie en zonder beschikbare middelen om op een dergelijke onrechtmatige wijze zijn of haar droom te verwezenlijken.
7. Voorts heeft de verzekering van de gemeente vanwege het verblijf van gedaagden in de [School] de dekking voor de [School] opgeschort. Het pand is dan ook onverzekerd. Door brand in het pand zal de gemeente financiële schade lijden.
8. De gemeente heeft gedaagden een alternatieve locatie aangeboden aan de Deldenerstraat te Hengelo. Deze ruimte mogen gedaagden wel gebruiken als verblijf-, werk-, atelier- en expositieruimte, maar niet voor workshops. Als voorwaarde is gesteld dat gedaagden zelf alle kosten van (her)aanluitingen van gas, water en elektriciteit, onroerende zaakbelasting, milieuheffing en eventuele andere belastingen betalen. Gedaagden hebben dit geweigerd omdat zij de kosten van (her)aansluitingen niet wilden betalen en er geen popgroepen mochten optreden en workshops mochten worden gehouden in het pand.
Ten aanzien hiervan wordt overwogen dat gedaagden met een groot aantal mensen de kosten van (her)aansluitingen kunnen delen en deze kosten niet schrikbarend hoog zijn. De president acht het niet aannemelijk dat gedaagden dit, eventueel door het vinden van een (bij)baantje, niet op zouden kunnen brengen.
9. Concluderend kan dan ook worden gesteld dat het belang van gedaagden bij voortgezet gebruik van de [School] niet opweegt tegen het belang van de gemeente bij beëindiging van het kraken van het pand. Noodzaak tot afwijking van de hoofdregel dat kraken niet mag, is voorshands niet aannemelijk geworden. De gemeente is gedaagden tegemoetgekomen door ze de mogelijkheid te geven (tijdelijk) een ander pand in gebruik te nemen
De vordering van de gemeente zal dan ook worden toegewezen.
10. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
RECHTDOENDE IN KORT GEDING:
I. Veroordeelt gedaagden om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres] Hengelo Ov., geheel leeg en ontruimd ter beschikking van de gemeente te stellen en met alle daarin aanwezige personen en goederen te verlaten en te ontruimen;
II. Machtigt de gemeente om, indien gedaagden met de onder I genoemde ontruiming in gebreke blijven, deze zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van justitie en politie;
III. Bepaalt dat dit ontruimingsvonnis binnen de in artikel 557a van het Wetboek van Rechtsvordering genoemde termijn van één jaar na het uitspreken van het in deze te wijzen vonnis ook zal kunnen worden tenuitvoergelegd tegen een ieder, die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnen treedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
IV. Veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op f. 2.250,- aan salaris en verschotten van de procureur.
V. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen te Almelo door mr. Drewes, president en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2000 , in tegenwoordigheid van de griffier.