ECLI:NL:RBALM:2001:AA9815
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontruiming en oppositie door huurder tegen woningbeheer stichting
In deze zaak, uitgesproken op 31 januari 2001 door de Arrondissementsrechtbank te Almelo, stond de ontruiming van een woning centraal. De opposant, wonende te Hengelo (O), had in oppositie gesteld dat hij niet in kort geding had kunnen verschijnen, omdat de dagvaarding onjuist was. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldeed en dat de opposant voldoende op de hoogte was van de zitting. De stichting, als gedaagde in reconventie, had de ontruiming van de woning aangevraagd op basis van vermeende overlast en onrechtmatig gebruik van de woning door de opposant. De rechtbank concludeerde dat de stichting terecht had gehandeld en dat de ontruiming gerechtvaardigd was. De vordering van de stichting tot ontruiming werd toegewezen, en de opposant werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank bekrachtigde het eerdere vonnis van 12 maart 1999, waarbij de opposant in het ongelijk was gesteld. De vordering in reconventie van de opposant werd afgewezen, en ook hier werd hij in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders en de bevoegdheden van woningbeheerders in gevallen van overlast en wanbeheer.