10. Eisers hebben hun vordering voor een algemeen Enschedees straatverbod uitgebreid in die zin dat het [Gedaagde] verboden wordt zich in de stad Enschede te vertonen. De kinderen wonen, gaan naar school en recreëren op verschillende verpreid liggende plaatsen in die stad.
De president zal die vordering toewijzen.
Voor die beslissing geldt als uitgangspunt dat aannemelijk is dat [Gedaagde] zich jegens [Zoon - Eiser 1] aan misdrijf schuldig heeft gemaakt, dat zijn zwager en zuster jegens andere kinderen seksuele delicten hebben gepleegd en dat geloofwaardig en aannemelijk is dat [Dochter - Eiser 3] en [Dochter - Eiser 2] seksueel zijn misbruikt.
De seksuele misdrijven die aan [Gedaagde], zijn zwager en zuster worden verweten zijn van een aard en ernst die de vraag doen rijzen: hoe kunnen volwassenen kinderen dit aandoen.
Het is bewijstechnisch moeilijk om vast te stellen wat het aandeel van de drie verdachten is geweest in de seksuele mishandeling van de kinderen. Uitgangspunt mag echter zijn dat de misdrijven hebben plaats gehad. Verder staat vast dat veel van het -regelmatige- misbruik heeft plaats gehad in het huis van [Gedaagde]. Zijn zwager en zuster woonden bij hem in.
Als als uitgangspunt genomen wordt dat hij zelf zich jegens [Zoon - Eiser 1] ernstig heeft misdragen en dat zijn zwager en zuster dat tegenover andere kinderen hebben gedaan, is aannemelijk dat [Gedaagde] heeft geweten wat zich in zijn huis gedurende langere tijd afspeelde. De kinderen kennen hem ook. Zij noemen “oom Johnny” regelmatig in verband met seksuele handelingen. Strafrechtelijk moge het aandeel van [Gedaagde] (nog) niet vast staan. Wel is aannemelijk geworden en kan hem verweten worden dat hij zich ten opzichte van de kinderen heeft gedragen in strijd met elementaire maatschappelijke normen.
Aangenomen mag worden dat in de beleving van de bij het seksuele misbruik betrokken kinderen van eisers [Gedaagde] beschouwd wordt als “dader”. De kinderen zullen hem met die misdrijven associëren.
11. De kinderen zullen het gebeurde moeten verwerken. Zij hebben er groot belang bij –te verdedigen is: in zekere zin levensbelang- om in rust te kunnen herstellen van de ernstige inbreuken op hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Zij hebben er voor het hervinden van hun evenwicht baat bij dat zij [Gedaagde] ook na ommekomst van zijn detentie gedurende langere tijd niet ontmoeten en dat ook toevallige confrontaties worden vermeden.
Het recht van [Gedaagde] om zich vrijelijk te mogen bewegen is een belangrijk recht, het is een grondrecht. Het is echter in de beschreven omstandigheden van minder groot belang dan de belangen -levensbelangen- van de kinderen van eisers en [Gedaagde]’s belang moet daarvoor wijken.
12. Wel zal het stadverbod in tijd beperkt worden. Levenslange verbanning wordt in het Nederlands recht niet aanvaard. [Gedaagde] heeft ongeveer twee jaar in voorlopige hechtenis doorgebracht en is in die tijd niet in Enschede geweest. De president is van oordeel dat aan die afwezigheid nog twee jaar moeten worden toegevoegd om de kinderen van eiseres en hun ouders gelegenheid te geven tot vergeten.