ECLI:NL:RBALM:2003:AL3226
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- M. Breitbarth
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid taxateur bij hypotheekverlening en conservatoir beslag
In deze zaak vorderden eisers, een echtpaar dat in gemeenschap van goederen was gehuwd, opheffing van conservatoir beslag dat door de gedaagde was gelegd op hun woning. De gedaagde, een hypotheekverstrekker, had het beslag gelegd naar aanleiding van een taxatie die door eiser sub 1 was uitgevoerd. Deze taxatie was veel hoger dan die van twee andere taxateurs, wat leidde tot de conclusie dat eiser sub 1 mogelijk aansprakelijk was voor de schade die de gedaagde had geleden door de onjuiste taxatie. De eisers stelden dat het beslag onterecht was gelegd, omdat er voldoende zekerheid was via de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van eiser sub 1 en dat zij niet tijdig waren aansprakelijk gesteld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het gelegde beslag niet onrechtmatig was en dat de gedaagde belang had bij handhaving daarvan. De voorzieningenrechter wees erop dat de aansprakelijkheid van eiser sub 2 voor gemeenschapsschulden niet was uitgesloten door de recente omzetting van hun huwelijk in een geregistreerd partnerschap. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering van gedaagde summierlijk aannemelijk was en dat eisers niet in voldoende mate zekerheid hadden gesteld voor het gelegde beslag. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van taxateurs bij hypotheekverlening en de gevolgen van onjuiste taxaties, evenals de juridische implicaties van huwelijksvermogensrecht in het kader van aansprakelijkheid en beslaglegging.