ECLI:NL:RBALM:2004:AO5529
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functiewaardering en wettelijke rente in ambtenarenrechtelijke geschil
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser, een burgerambtenaar werkzaam bij het Ministerie van Defensie, en de Staatssecretaris van Defensie over de functiewaardering en de toekenning van wettelijke rente. Eiser is sinds 1985 in dienst en is na een reorganisatie in 1997 geplaatst in een nieuwe functie, die aanvankelijk was ingedeeld in salarisschaal 4. Na verschillende evaluaties en besluiten is de functie uiteindelijk in 2002 herbeoordeeld en vastgesteld op schaal 5, met terugwerkende kracht tot 1 maart 1997. Eiser heeft verzocht om vergoeding van wettelijke rente over de nabetalingen van salaris, die verweerder heeft afgewezen.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 juni 2004, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank overweegt dat het besluit van verweerder van 12 augustus 2003 niet in stand kan blijven, omdat eiser niet is gehoord voorafgaand aan het besluit op bezwaar, wat in strijd is met de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen. De rechtbank oordeelt dat eiser recht heeft op wettelijke rente over het salaris dat hij te weinig heeft ontvangen vanaf de datum van zijn plaatsing in de functie. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser.
De rechtbank benadrukt dat de wettelijke rente verschuldigd is over het bruto bedrag aan salaris dat eiser heeft gederfd, en dat de berekening van de rente dient te geschieden over de nabetalingen, met inachtneming van de regels omtrent rente op rente. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 juni 2004.