ECLI:NL:RBALM:2004:AP1389
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. de Meijer
- Schreuder
- Haarhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijwaringszaak met betrekking tot drugssmokkel in Turkije
In deze vrijwaringszaak vordert [Eiseres] dat [Gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een geldbedrag uit hoofde van onrechtmatige daad. De zaak heeft zijn oorsprong in een incident op 31 maart 1998, waarbij [Eiseres], [Gedaagde] en [Echtgenoot van Gedaagde] op een vliegveld in Turkije werden aangehouden door de douane, die harddrugs in hun bagage aantrof. Na een periode van voorarrest werden zij door de Turkse strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. [Echtgenoot van Gedaagde] werd na 666 dagen vrijgelaten en keerde terug naar Nederland op 26 januari 2000.
De rechtbank Almelo heeft eerder op 7 mei 2003 [Eiseres] bij verstek veroordeeld om aan [Echtgenoot van Gedaagde] een bedrag van € 167.059,- te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. [Eiseres] stelt dat zij niet verantwoordelijk is voor de onrechtmatige daad, maar dat deze toerekenbaar is aan [Gedaagde]. Volgens [Eiseres] heeft [Gedaagde] de afspraak gemaakt om harddrugs te smokkelen en heeft zij de verantwoordelijkheid voor de tas met drugs op zich genomen.
De rechtbank heeft in deze vrijwaringszaak geoordeeld dat de vordering van [Eiseres] afhankelijk is van de uitkomst van de hoofdzaak, waarin een tussenvonnis is gewezen waarin bewijs is opgedragen. De rechtbank heeft daarom besloten om iedere verdere beslissing in deze vrijwaringszaak aan te houden totdat er een eindbeslissing in de hoofdzaak is genomen. Dit vonnis is uitgesproken op 26 mei 2004 door de meervoudige kamer van de rechtbank Almelo.