ECLI:NL:RBALM:2004:AQ7421
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen subsidie voor gemeentelijk monument
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 25 augustus 2004 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. S.P. Dalmolen, in beroep ging tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Almelo. Eiser had eerder een subsidie aangevraagd voor de restauratie van een gemeentelijk monument, maar zijn bezwaar tegen de vaststelling van het subsidiabele bedrag werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiser niet-ontvankelijk was verklaard omdat hij zijn bezwaarschrift te laat had ingediend. Eiser stelde echter dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij pas na een eerdere brief van verweerder juridische bijstand had gezocht en niet op de hoogte was van de mogelijkheid om bezwaar te maken.
De rechtbank overwoog dat verweerder in zijn besluit van 4 december 2003 had nagelaten om de rechtsmiddelen te vermelden, wat eiser in verwarring had gebracht. De rechtbank concludeerde dat er bijzondere omstandigheden waren die meebrachten dat eiser niet in verzuim was geweest bij het indienen van zijn bezwaarschrift. De termijnoverschrijding was gering en er waren geen belangen van derden in het geding. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep van eiser gegrond en vernietigde het bestreden besluit van 6 mei 2004. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op EUR 644,-- werden vastgesteld, en diende de gemeente Almelo het griffierecht van EUR 136,-- aan eiser te vergoeden.
De rechtbank benadrukte dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep openstaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag.