ECLI:NL:RBALM:2004:AQ8926
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een faillissementsverzoek door de Rechtbank Almelo
Op 25 augustus 2004 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot faillietverklaring. De rechtbank overweegt dat, gezien de grote gevolgen van een faillissement voor betrokkenen, van de verzoekers verwacht mag worden dat zij zich nauwgezet van hun taak kwijten bij de aanvraag van een faillissement. In deze zaak hebben de verzoeksters, waaronder het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en verschillende stichtingen, een faillissementsaanvraag ingediend tegen de gerekwestreerde partij. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de door de verzoeksters gestelde vorderingen gemotiveerd zijn betwist door de gerekwestreerde partij. Deze heeft met bankafschriften aangetoond dat twee van de vorderingen volledig zijn betaald, en heeft bovendien aangeboden bewijs te leveren van andere betalingen. De rechtbank wijst erop dat het niet vermelden van betalingen en het variëren met bedragen een standaardpraktijk lijkt te zijn bij de verzoeksters, wat de geloofwaardigheid van hun aanvraag ondermijnt. De rechtbank concludeert dat niet summierlijk is komen vast te staan dat de gerekwestreerde partij in de toestand verkeert dat zij is opgehouden te betalen. Daarom wordt het verzoek tot faillietverklaring afgewezen en worden de verzoeksters veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 390,00. De uitspraak is gedaan door mr. M. Verhoeven, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van de griffier Van der Woude.