ECLI:NL:RBALM:2004:AR3861
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Rikken
- A. Beuving
- J. Teekman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak verdachte in moordzaak op vader met vuurwapen
In deze strafzaak stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van de moord op zijn vader, waarbij hij zijn vaders auto en geld zou hebben gestolen. De officier van justitie eiste 18 jaar gevangenisstraf, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij. De zaak draaide om de vraag of de verdachte daadwerkelijk de dodelijke schoten had gelost. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De officier van justitie had verschillende belastende aanwijzingen gepresenteerd, zoals het bezit van een pistool en DNA-sporen, maar de rechtbank vond deze niet overtuigend genoeg. De getuigenverklaringen waren inconsistent en de geuridentificatieproeven gaven geen sluitend bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet onomstotelijk kon worden gelinkt aan de moord, waardoor hij werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De civiele vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.