ECLI:NL:RBALM:2005:AS4755
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting bedrijfspand wegens overtreding Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 2 februari 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, de verhuurder van een pand dat gesloten is op grond van de Opiumwet. Het verzoek betreft een besluit van de burgemeester van Enschede, dat op 14 januari 2005 is genomen, waarin werd besloten het bedrijfspand aan de […]straat 228A voor een periode van dertien weken te sluiten. Dit besluit volgde op een controle door de politie, waarbij in het pand hennepplanten zijn aangetroffen. Verzoekster, die het pand verhuurt aan de huurders X en Y, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de sluiting totdat op haar bezwaarschrift is beslist.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat zij rechtstreeks wordt getroffen door het besluit tot sluiting van het pand. De rechter heeft echter ook overwogen dat het belang van de openbare orde en volksgezondheid, dat door de sluiting wordt gediend, zwaarder weegt dan het financiële belang van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de burgemeester in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen en dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat. De uitspraak benadrukt de afweging tussen individuele belangen en het algemeen belang in het bestuursrecht, met name in zaken die betrekking hebben op de handhaving van de Opiumwet.