ECLI:NL:RBALM:2005:AT3321
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.J. Vos
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van schoolbijdragen in het voortgezet onderwijs
In deze zaak, uitgesproken op 29 maart 2005 door de Rechtbank Almelo, werd de rechtsgeldigheid van een overeenkomst betreffende schoolbijdragen tussen de stichting Carmel College en de ouders van leerlingen beoordeeld. De stichting had een vordering ingesteld tegen de ouders, die hun dochters hadden ingeschreven bij de school, met betrekking tot een niet-wettelijke schoolbijdrage. De kantonrechter oordeelde dat volgens artikel 27 lid 2 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs een overeenkomst waarbij ouders verplicht worden tot het betalen van een schoolbijdrage alleen rechtsgeldig is wanneer dit schriftelijk is overeengekomen tussen de school en de ouders.
De rechtbank stelde vast dat de regeling in de schoolgids van de stichting niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De ouders waren niet expliciet geïnformeerd over de verplichting tot betaling van de schoolbijdrage, en er was geen schriftelijke overeenkomst die aan de voorwaarden voldeed. De kantonrechter benadrukte dat de stichting geen rechten kon ontlenen aan de inschrijving van de leerlingen of aan de vermelding van een verplichte bijdrage in de schoolgids.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van de stichting af en veroordeelde de stichting in de kosten van het geding. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke en schriftelijke afspraken tussen scholen en ouders met betrekking tot financiële bijdragen in het onderwijs.