2.
hij in de maand januari 2005, in Nederland, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het
oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een persoon genaamd [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 37.500 euro, toebehorende aan die [slachtoffer], telefonisch contact hebben gehad met die [slachtoffer], tijdens welke gesprekken hij, verdachte en/of zijn mededader tegen die
[slachtoffer] heeft/hebben gezegd:
- "Het enigste wat ik van jou moet hebben is dat jij mij uit de stront kan
trekken en meer niet" en
- "Nee, je moet gewoon die auto terug halen bij die jongens en gewoon het
bedrag betalen wat hij gebeurd heb. En ik los het met [roepnaam medeverdachte] op, ik zelf en
die jongens ook" en
op de vraag van [slachtoffer] wat ze moeten hebben voor het terughalen van de auto:
- "Zevenendertig en een half" en
- "Ik heb zelf een gigantisch probleem met [roepnaam medeverdachte] en ik heb een gigantisch
probleem met gasten die ook niet makkelijk zijn. Ik ben zelf ook niet bang
uitgevallen maar ik weet dat ik het hier niet van kan winnen. Soms moet je
capituleren in het leven en ik wil het balletje niet bij jou neerleggen"
en
via een achtergrondgesprek tussen verdachte en zijn mededader, zodanig dat het voor die [slachtoffer] hoorbaar en verstaanbaar was:
"Wie lost het nou op. Lost hij het op of los jij het op".
"Hij lost het op".
"Dan geef me zijn adres"
"Dan geef je mij het adres van die man dan ga ik naar die man. Dan heb ik
niks meer met jou [roepnaam verdachte]. Even goeie vrienden. Ik wil gewoon mijn geld terug
hebben"
"Auto komt bij hem vandaan. Ga ik naar hem toe"
"adres [adres].......ik regel het zelf met die man"
en vervolgens zich rechtstreeks wendend tot [slachtoffer]:
- "Luister vriend. Ik heb net je adres gehad dus denk ik dat ik van de week
effe bij je een bakkie koffie kom drinken. Ik denk dat we dat effetjes op
moeten gaan lossen, vriend" en
- "Luister, [adres] is het adres waar je zit. Luister wat ik
tegen jou zeg. Ik heb een probleem met jou op dit moment wat die auto komt
bij jou vandaan, die autopapieren heb ik niet. Ik betaal 37.500 voor die
auto, begrijp je, voor mijn vriendin. Dus het meisje heeft nu een auto als
gestolen opgegeven" en
- "Ik maak u gek ? Ik kom van de week bij u op de koffie dan zal u zien wat
gek is. Want ik krijg gewoon mijn centen. U moet gewoon mijn centen
betalen. Vandaag moet ik mijn geld terug hebben. Wat er gebeurt gebeurt er
dat is een belofte. Ja, of je ruimt gewoon al je kankerauto's er uit ga je
maar ergens anders emigreren. Maar ik moet vandaag mijn geld hebben. Ik
moet vandaag mijn centen hebben. Vandaag en geen dag later. Want die hele
kankerzooi gaat de lucht in. Alles, alles blaas ik jou op " en
- "We komen vanavond een bakkie koffie doen bij jou. Dan weet je het vast.
Geld terug, klaar" en
- "[roepnaam slachtoffer], bel me straks terug. Bel me snel terug. Ik ben onderweg naar jou
toe",
terwijl telkens de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;