ECLI:NL:RBALM:2005:AU0190
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Drewes
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot straat- en contactverbod in kort geding na echtscheiding
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een vordering in kort geding ingediend tegen de man, gedaagde, met het verzoek om een straat- en contactverbod op te leggen. De vrouw en de man zijn gehuwd geweest en hebben samen twee minderjarige kinderen. Na hun echtscheiding is er een omgangsregeling getroffen, maar de vrouw stelt dat de man deze niet altijd naleeft en haar in het verleden heeft bedreigd. De vrouw vreest voor haar veiligheid en die van de kinderen, vooral na een recente ontmoeting met de man in een winkelcentrum.
Tijdens de zitting op 20 juli 2005 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man na zijn strafrechtelijke veroordeling niet in de buurt van de vrouw is geweest en dat er geen recente bedreigingen zijn geweest. De vrouw heeft geen bewijs kunnen leveren dat de man zich op dit moment zodanig gedraagt dat een straat- en contactverbod gerechtvaardigd zou zijn. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de vrouw niet kan worden toegewezen, omdat het gedrag van de man op dit moment niet zodanig is dat het een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de vrouw rechtvaardigt.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw afgewezen en haar in de kosten van het geding veroordeeld. Wel heeft de rechter opgemerkt dat de beslissing geen vrijbrief mag zijn voor de man om de vrouw tegen haar wil op te zoeken. De man dient zich te houden aan de eerder opgelegde bijzondere voorwaarden van de reclassering. Het vonnis is uitgesproken op 27 juli 2005 door mr. Drewes, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van de griffier.