ECLI:NL:RBALM:2005:AU6149
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake Dexia-zaak en betalingsverplichting van gedaagde
In de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en de gedaagde, die woonachtig is in Enschede, heeft de rechtbank Almelo op 18 mei 2005 een vonnis uitgesproken. Dexia, vertegenwoordigd door procureur mr. P.C. Kleyn van Willigen en advocaat mr. S. Meeuwsen, heeft de gedaagde aangeklaagd voor een betalingsverplichting voortvloeiend uit een aandelenleaseovereenkomst. Na een tussenvonnis op 22 december 2004, waarin reeds enkele overwegingen zijn gemaakt, hebben beide partijen aanvullende aktes ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een schikking is overeengekomen tussen de partijen, en Dexia heeft verzocht om deze schikking in een proces-verbaal vast te leggen of om een vonnis uit te spreken.
De rechtbank heeft in haar vonnis de schikkingsovereenkomst, gedateerd 11 februari 2005, aan het vonnis gehecht en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.672,14 aan Dexia. Dit bedrag dient in twee termijnen te worden voldaan: € 2.000,-- voor 1 augustus 2005 en € 3.672,14 voor 1 november 2005. De rechtbank heeft bepaald dat, indien de gedaagde niet of niet tijdig aan deze betalingsverplichting voldoet, het restant bedrag onmiddellijk opeisbaar zal zijn. Daarnaast zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.