ECLI:NL:RBALM:2005:AU6288
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- mr. Zweers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verwijdering van schutting ter handhaving van erfdienstbaarheid van overpad
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 27 september 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde, beide wonende te Enschede. Eiser, eigenaar van een perceel, vorderde de verwijdering van een houten schutting die door gedaagde was geplaatst, waardoor de erfdienstbaarheid van overpad niet meer kon worden uitgeoefend. De erfdienstbaarheid was in 1965 gevestigd en gaf eiser het recht om met een voertuig van en naar zijn perceel te gaan. Gedaagde had de schutting geplaatst op 9 juli 2005, wat eiser belemmerde in het gebruik van zijn recht. Eiser, die licht gehandicapt is en afhankelijk is van een scootmobiel, stelde dat de nieuwe toegangsweg die gedaagde aanvoerde als alternatief niet voldeed aan zijn behoeften.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering tot verwijdering van de schutting moest worden toegewezen. De rechter bevestigde de rechtsgeldigheid van de erfdienstbaarheid en oordeelde dat gedaagde eigenrichting had gepleegd door de doorgang te blokkeren. De rechter nam de situatie ter plaatse in ogenschouw en concludeerde dat de huidige toegangsweg voor eiser niet als alternatief kon dienen voor de gevestigde erfdienstbaarheid. De voorzieningenrechter wees de vordering tot verwijdering van de schutting toe en legde gedaagde een dwangsom op van € 500 per dag bij niet-naleving, met een maximum van € 25.000. De vordering tot verwijdering van een verlengde muur en andere obstakels werd afgewezen, omdat eiser geen spoedeisend belang had aangetoond. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiser.