ECLI:NL:RBALM:2005:AU7209

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
28 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
199260 EJ VERZ 910/05
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.C.M. August de Meijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie en stalking

In deze zaak verzoekt Asito B.V. de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [Verweerster] wegens een verstoorde arbeidsrelatie, die wordt gekarakteriseerd door stalking. [Verweerster] heeft sinds 2003, en met name vanaf 2005, haar vestigingsmanager, de heer [Vestigingsmanager], lastiggevallen met e-mailberichten, telefoontjes en ongewenste huisbezoeken. De inhoud van de e-mails was vaak niet werkgerelateerd en soms zelfs dreigend. Ondanks waarschuwingen en gesprekken met de leidinggevende, bleef [Verweerster] haar gedrag voortzetten, wat leidde tot de inschakeling van de KPN en uiteindelijk haar non-actiefstelling.

Tijdens de procedure erkent [Verweerster] dat er een verstoorde relatie is, maar betwist zij dat dit tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet leiden. Zij stelt dat de schuld voor de situatie bij Asito ligt, en dat er een relatie is geweest tussen haar en [Vestigingsmanager], die zijn positie misbruikte. Asito daarentegen betwist dat er sprake was van een relatie en stelt dat [Verweerster] zelf het initiatief nam. De kantonrechter overweegt dat, hoewel [Verweerster] verantwoordelijk is voor haar gedrag, er ook factoren zijn die Asito en [Vestigingsmanager] betreffen, zoals het leeftijdsverschil en de hiërarchische relatie.

De kantonrechter besluit de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 oktober 2005 en kent [Verweerster] een vergoeding toe van € 6.069,60 bruto, waarbij Asito in de proceskosten wordt veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om adequaat te reageren op ongewenst gedrag en de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit hiërarchische relaties.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Zaaknummer : 199260 EJ VERZ 910/05
Beschikking van de kantonrechter d.d. 28 september 2005 in de zaak van:
de besloten vennootschap
ASITO B.V.
gevestigd te Almelo
verzoekster,
hierna te noemen Asito
gemachtigde: mr. A.J.E. Riemslag
advocaat en procureur te Almelo
tegen
[VERWEERSTER]
wonende te [Woonplaats]
verweerster,
hierna te noemen: [Verweerster]
gemachtigde: mr. T.J.H.M. van Wegberg
werkzaam ten kantore van Arag Rechtsbijstand te Leusden
Gezien het op 4 augustus 2005 ter griffie van dit gerecht binnengekomen verzoekschrift
strekkende tot ontbinding ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van de tussen partijen
bestaande arbeidsovereenkomst.
Gezien het ingekomen verweerschrift en de overige op het geding betrekking hebbende
stukken.
Gelet op hetgeen door en/of namens partijen is verklaard bij de mondelinge behandeling van
het verzoek op 31 augustus 2005.
Overweegt:
1. Tussen partijen staat vast dat [Verweerster] op 1 januari 2002 op 18 jarige leeftijd in dienst is getreden voor onbepaalde tijd bij Asito in de functie van medewerkster personeel en administratie. [Verweerster] is thans 22 jaar. Haar laatst genoten salaris bedraagt € 1405,00 bruto per maand. De arbeidsvoorwaarden voor niet CAO-personeel zijn van toepassing op de arbeidsovereenkomst.
2. Asito verzoekt een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie. De reden is gelegen in het gedrag van [Verweerster] dat wordt gekenschetst als stalking. Zij valt sedert 2003, doch vanaf 2005 met concrete bewijzen haar vestigingsmanager, de heer [Vestigingsmanager], lastig door e-mailberichten, telefoons op zijn mobiele nummer en zijn privé-nummer en ook middels sms-berichten naar hem en zijn dochter. Ook brengt [Verweerster] [Vestigingsmanager] ongewenst huisbezoek met vrienden en vriendinnen. De e-mailberichten hebben geen werkinhoudelijke inhoud en hebben soms zelfs een dreigende toon.
Gesprekken op 2 maart 2005 met [Vestigingsmanager] alleen en later op 2 mei 2005 met de area¬manager, de heer [Areamanager], hebben geen resultaat opgeleverd. Tijdens dat laatste gesprek heeft [Verweerster] alles ontkend. Zij is toen formeel gewaarschuwd om de situatie niet te laten escaleren. [Verweerster] bleef e-mails sturen, soms met erotische lading. Ook vond nog sms-verkeer plaats. Bij brief van 17 juni 2005 heeft [Verweerster], na een gesprek die dag, een tweede officiële waarschuwing gekregen. Haar is aangegeven dat voortzetting van haar gedrag tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst zou kunnen leiden. Haar gedrag wijzigde niet.
De KPN is ingeschakeld in verband met telefonische overlast. Zoals bij brief van 17 juni 2005 aangekondigd, zou er op 29 juni 2005 een evaluatiegesprek plaats vinden. Na dat gesprek is [Verweerster] bij brief van 30 juni 2005 op non-actief gesteld. Er zijn gesprekken met de politie geweest. De vader van [Verweerster] stelde een bespreking met [Vestigingsmanager] voor omdat naar zijn zeggen er een relatie is geweest tussen [Verweerster] en [Vestigingsmanager], waarna [Verweerster], na beëindiging van die relatie haar frustraties via sms¬ berichten en e-mails heeft geuit. [Vestigingsmanager] betwist dat vanuit zijn kant seksuele intimidatie richting [Verweerster] heeft plaatsgevonden. Daarna heeft [Verweerster] zich ziek gemeld.
3. [Verweerster] erkent het bestaan van een verstoorde relatie, maar is van mening dat die niet noodzakelijkerwijs tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst hoeft te leiden. Daarnaast stelt zij zich op het standpunt dat de schuld voor de ontstane situatie door Asito ten onrechte bij haar wordt neergelegd. Zij voert aan dat vlak na haar indiensttreding op 18-jarige leeftijd haar direct leidinggevende, [Vestigingsmanager], toen 44 jaar, een meer dan zakelijke belangstelling voor haar begon te tonen. Zij was op dat moment geestelijk labiel door de echtscheiding van haar ouders en zocht geborgenheid. Ook was [Verweerster] vereerd door de belangstelling.
Gaandeweg ontwikkelde zich een relatie, eerst door uitwisseling van intieme berichten door sms-verkeer, later overgaand in ontmoetingen buiten werktijd en seksueel contact. [Vestigingsmanager] wist [Verweerster], ook toen zijn echtgenote ervan wist, steeds meer aan zich te binden. De relatie heeft geduurd tot begin 2005. Volgens [Verweerster] heeft [Vestigingsmanager] als mannelijke leidinggevende zijn positie misbruikt om een jonge onervaren vrouwelijke werknemer, die ook nog eens voor beoordelingen afhankelijk was van die leidinggevende, aan zich te binden. [Verweerster] kreeg niet de kans om de in haar ogen langzamerhand problematische relatie met [Vestigingsmanager] te beëindigen. Asito heeft ter oplossing van het probleem een procedure gevolgd die in het voordeel van [Vestigingsmanager] heeft gewerkt. Zij voelde zich in de gesprekken op 2 mei en 17 juni 2005 in tegenwoordigheid van de heer [Areamanager] als leidinggevende niet vrij. Zij koesterde nog steeds gevoelens voor [Vestigingsmanager]. Asito had de vrouwelijke vertrouwenspersonen in haar bedrijf moeten inschakelen. Gezien de omstandigheden ligt het meer voor de hand [Vestigingsmanager] over te plaatsen. Slechts subsidiair verzoekt zij om een ontbindingsvergoeding van € 12.139,20 bruto waarbij factor C is bepaald op 2.
4. Asito deelt het standpunt van [Verweerster] niet. [Vestigingsmanager] betwist dat kort na de indiensttreding initiatieven van hem zijn uitgegaan. Dit ging uit van [Verweerster]. Zij sprak over haar vervelende privé-situatie. Zij had slaag gekregen van haar vader en diverse miskramen gehad en was door haar moeder het huis uitgezet. Ook dreigde zij met zelfmoord en gaf sms-berichten dat ze het niet meer zag zitten. [Vestigingsmanager] liet haar niet vallen, maar hij heeft geen verwachtingen gewekt die hij niet waar kon maken. [Vestigingsmanager] betwist dat er sprake was van een relatie. [Verweerster] is met haar avances doorgegaan, ook nadat [Vestigingsmanager] te kennen had gegeven, dat hij daar niet van gediend was. Ondanks waarschuwingen heeft [Verweerster] [Vestigingsmanager] niet met rust gelaten. Van misbruik van zijn kant is echter geen sprake.
[Verweerster] is een innemend persoon. Haar verhalen zijn niet alles zeggend. Zij heeft ook avances gemaakt richting de area-manager [Areamanager] en andere mannelijke collega's.
5. De kantonrechter overweegt dat zij de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie zal ontbinden. Los van de vraag of er nu al of niet een relatie heeft bestaan tussen [Verweerster] en [Vestigingsmanager]. De door Asito overgelegde e-mails van [Verweerster] aan [Vestigingsmanager] overschrijden datgene dat op de werkvloer nog acceptabel is. Nadat [Verweerster] met een handgeschreven brief op 2 maart 2005 [Vestigingsmanager] heeft toegezegd, geheel vrijwillig, hem niet meer lastig te zullen vallen en te bedreigen volgen er vele e-mails, op 7 maart 2005, zelfs 7, op 13 april 2005 3 e-mails en op 21 april 2005 vier. Ook na de waarschuwing van 2 mei 2005 gaat het verzenden van e-mailberichen van [Verweerster] aan [Vestigingsmanager] door met (zwaar) seksueel getinte verhalen. Ook na de tweede waarschuwing op 17 juni 2005 blijven e-mailberichten van [Verweerster] bij [Vestigingsmanager] binnenkomen, evenals sms-berichten met soms dreigende tekst.
6. Strikt genomen is dit aan [Verweerster] te wijten. Toch vraagt de kantonrechter zich af of frustratie of rancune veroorzaakt door een afgebroken relatie hier niet aan ten grondslag ligt. Ook al geeft [Verweerster] er ter zitting blijk van zeer bijdehand en ad rem te zijn, toch blijft er het grote leeftijdsverschil tussen [Verweerster] en [Vestigingsmanager] en het feit dat [Vestigingsmanager] de direct leidinggevende van [Verweerster] is. Als het zo is dat, zoals Asito zegt, [Verweerster] het initiatief heeft genomen bij het zoeken naar persoonlijke toenadering tot [Vestigingsmanager], dan blijft de vraag waarom [Vestigingsmanager], als hij daarvan niet gediend was, geen maatregelen heeft kunnen nemen gelet op zijn hiërarchische hogere positie, het leeftijdsverschil van 26 jaar en zijn gehuwd zijn. Hij had op zijn minst ook de vertrouwenspersonen kunnen inschakelen op grond van seksuele intimidatie zijdens [Verweerster]. Echter niets van dat al.
Het heeft er dus alle schijn van dat er een relatie tussen [Verweerster] en [Vestigingsmanager] is geweest en het is dus niet alleen aan [Verweerster] te wijten, mede gelet op haar leeftijd, thans 22 jaar, dat het zover heeft moeten komen met bovenvermelde e-mails. Wat aan [Vestigingsmanager] is te wijten is ook aan Asito te wijten.
7. De kantonrechter zal derhalve een vergoeding opleggen aan Asito, waarbij wordt uitgegaan van de factor C=1, zodat € 6.069,60 bruto wordt toegekend. Asito zal als meest in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld worden.
Beschikt
1. Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 oktober 2005, tenzij Asito in verband met de bij ontbinding toe te kennen vergoeding haar verzoek intrekt voor 30 september 2005.
2. Kent ingeval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan [Verweerster] toe ten laste van Asito een vergoeding van € 6.069,60 bruto.
3. Veroordeelt Asito in de kosten van deze procedure tot op deze uitspraak aan de zijde van [Verweerster] begroot op € 400,00 terzake gemachtigdesalaris.
4. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gegeven te Almelo en op 28 september 2005 in het openbaar uitgesproken door mr. E.C.M. August de Meijer, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.