RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 67006 ha za 944/2004
datum vonnis: 8 februari 2006 (dh)
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
1. [Eiser],
wonende te Enschede,
verder te noemen [Eiser],
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
[Eiser 2],
gevestigd te San Francisco, kantoorhoudende te Wittenberg,
3. de stichting
[Eiser 3],
gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,
eisers sub 2 en 3 gezamenlijk [Eiser 2] te noemen,
eisers,
procureur: mr. G.G. Vermeulen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Dagblad Tubantia Twentsche Courant b.v.,
gevestigd te Enschede,
verder te noemen Tubantia,
2. [Gedaagde 2],
journalist/redacteur van Tubantia,
domicilie hebbend te Enschede,
verder te noemen [Gedaagde 2],
gedaagden,
procureur: mr. E.M.M. van de Loo.
Eisers hebben gesteld en gevorderd als is te lezen in de dagvaarding.
Partijen hebben daarna op hun beurt geconcludeerd voor antwoord, repliek en dupliek. Ook hebben zij producties in het geding gebracht.
Vervolgens hebben zij gepleit en tot slot vonnis verzocht.
Beslissing en motivering daarvan
Vorderingen van [Eiser] en de [Eiser 2]
1. In zijn krant van 24 februari 2004 heeft het dagblad Tubantia twee artikelen over
[Eiser] gepubliceerd. Eén op de voorpagina en één op pagina 10, daar met foto van [Eiser]. De stukken zijn geschreven door de Tubantia-journalist [Gedaagde 2].
Eisers verwijten Tubantia en [Gedaagde 2] dat de stukken jegens [Eiser] en [Eiser 2] onnodig tendentieus en negatief zijn en feitelijk onjuist; zij bevatten onware mededelingen doorspekt met suggesties in een negatieve context.
Eisers verlangen, kort gezegd,
een verklaring voor recht dat de uitlatingen onrechtmatig zijn,
een verbod van soortgelijke onrechtmatige uitlatingen jegens [Eiser],
een verbod tot het openbaar maken van het portret van [Eiser] in combinatie met onjuiste en misleidende berichtgeving,
een rectificatie van het betreffende artikel,
schadevergoeding op te maken bij staat,
dat alles waar mogelijk op straffe van een dwangsom.
Verweer van Tubantia en [Gedaagde 2]
2. Het verweer begint met de ontvankelijkheid van de [Eiser 2] in hun vorderingen te betwisten.
Vervolgens hebben Tubantia en [Gedaagde 2] kort gezegd gemotiveerd aangevoerd dat er niets onrechtmatigs is geschreven en gepubliceerd en dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
Standpunt van de rechtbank
3.1 Voor de boordeling van het geschil van partijen is van belang na te gaan: wie is
[Eiser], in welk "Umfeld" beweegt hij zich, anders gezegd over wie en over wat gaat het hier.
Zowel [Eiser] als Tubantia en [Gedaagde 2] hebben in dit geding publicaties van en over [Eiser] overgelegd. Daarin wordt ook verwezen naar websites zoals www.stopping-cancer-naturally.org en www.natuerlich-gegen-krebs.org. In de publicaties wordt met veel nadruk door [Eiser] en zijn volgelingen gesteld dat hij een wetenschappelijke doorbraak tot stand heeft gebracht. Hij heeft ontdekt dat het mogelijk is kanker met behulp van natuurgeneeswijzen die geen bijwerkingen hebben onder controle te krijgen.
[Eiser] stelt dat dankzij zijn cellulaire geneeskunde kanker geen doodvonnis meer is, kanker is te genezen.
Kennelijk doel van de [Eiser 2] is de cellulaire behandelmethode van
[Eiser] zo wijd mogelijk te verbreiden en te propageren. Zouden de Tubantia-artikelen onrechtmatig zijn, dan zijn zij door de inhoud ervan geraakt. Zij zijn daarom ontvankelijk in hun vorderingen.
[Eiser] verkoopt zijn natuurlijke geneesmiddelen, die hij ook vitale celstoffen noemt,
via internet. Het zijn preparaten met kort gezegd vitaminen en mineralen.
De vitaminepreparaten helpen, zo begrijpt de rechtbank [Eiser], ook tegen AIDS en tegen hart- en vaatziekten.
[Eiser] blijkt van mening te zijn dat de door hem tot stand gebrachte wetenschappelijke doorbraak wordt genegeerd en gedwarsboomd door de farmaceutische industrie, die, aldus [Eiser], haar inkomsten uit haar "handel in ziekten" ziet opdrogen. Hij zet zich dan ook sterk af tegen het farmaceutisch-industriële kartel.
[Eiser] heeft medestanders en volgelingen die overtuigd zijn van de effectiviteit van de cellulaire geneeskunde.
3.2 Wat de rechtbank in de publicaties van en over [Eiser] opvalt zijn de dwingend verkondigde beweringen:
1. de vitale celtherapie van [Eiser] is een wetenschappelijke doorbraak en het begin van een nieuw medisch tijdperk,
2. de therapie is natuurlijk en zonder bijwerkingen,
3. zij helpt niet alleen tegen allerlei soorten kanker maar ook tegen andere volksziekten,
4. zij biedt genezing waar chemotherapie een doodvonnis op termijn inhoudt,
5. zij wordt door de reguliere medici afgewezen omdat zij "verkopers" van de farmaceutische industrie zijn,
6. de massieve weerstand tegen [Eiser]'s wetenschappelijke doorbraak wordt geleid door de investeringsbranche achter de gezamenlijke schatrijke farmaceutische industrie, die aan ziekten wil blijven verdienen.
Kortom, [Eiser] schuwt over zijn celtherapie grote woorden niet en roept verder het beeld op van een mondiale samenzwering van het farmaceutisch kartel en de medische wereld tegen de baanbrekende ontdekker van een therapie die de mensheid verlost van kwaadaardige ziekten.
Uit de producties kan ook worden afgeleid dat [Eiser] met dwingende campagnes politici voor zijn standpunten probeert te winnen, dat hij aan medici open brieven schrijft, dat hij volkeren en regeringen oproept de aids volkerenmoord door het farmaceutisch kartel te stoppen en dat hij de president van de Verenigde Staten voor het Internationaal Strafhof wil brengen.
[Eiser] is kennelijk een gedreven man die zich door zijn nogal schelle publiciteit en de reacties daarop tot een publieke figuur heeft gemaakt.
3.3 [Eiser] zet van zichzelf het beeld neer van iemand die met zijn wetenschappelijke doorbraak kanker, hart- en vaatziekten en aids (vrijwel) kan uitbannen. Die pretenties worden met kracht bestreden.
Het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij van september 2003 publiceert een kritisch artikel over [Eiser] en diens methoden. Het noemt [Eiser] een van 's werelds grootste vitaminekwakzalvers. Verder wordt Amerikaans onderzoek aangehaald dat de waarde van vitamines bij preventie van kanker en hart- en vaatziekten nihil noemt.
Artikelen in het Deutsches Ärtzeblatt, het Hamburger Abendblatt, Bild, Der Spiegel, de Tages-Anzeiger, een publicatie op de site www.swisscancer.ch van de Krebsliga Schweiz en programma's op de TV (ZDF en SWR) zijn dezelfde mening toegedaan of trekken de opvattingen van [Eiser] sterk in twijfel. In een kritiek wordt gesteld dat een artikel in het British Medical Journal in 1998 de waarde van een van [Eiser]'s preparaten nihil noemde.
3.4 Ter staving van de effectiviteit van zijn geneeskunde legt [Eiser] in deze procedure een reeks publicaties over waaruit die zou moeten blijken.
De rechtbank kan echter aan deze publicaties niet die waarde verlenen die [Eiser] er aan geeft. Wetenschappelijke standaard voor de effectiviteit van een geneesmiddel of van wat daarvoor wil doorgaan is een dubbelblind onderzoek, een onderzoek waarbij aan willekeurig gesplitste groepen proefpersonen middelen worden gegeven zonder dat zijzelf of hun onderzoekers weten wat zij innemen. Vervolgens kan worden onderzocht of een middel wel of niet werkt.
Bij de door [Eiser] overgelegde litteratuur bevindt zich geen dubbelblind uitgevoerd onderzoek over de werkzaamheid op enig gebied van de door hem aangehangen cellulaire geneeskunde. Ook kan [Eiser] niet verwijzen naar neutrale ondersteuning van zijn beweringen in bladen van het niveau van Science, Nature of The Lancet (al wordt in die bladen ook wel eens misgekleund).
De rechtbank ziet dan ook geen bewijs van effectiviteit van [Eiser]'s cellulaire geneeskunde en vitale celtherapie.
Natuurlijk bestaan er publicaties die de waarde van [Eiser]'s therapie ondersteunen. Zo zijn er ook geschriften die genezende kracht toekennen aan homeopathie, acupunctuur, de Moerman- en Houtsmullertherapie, reiki, een bedevaart naar Lourdes en zo meer. Dat neemt niet weg dat aan dit soort behandelingen geen wetenschappelijke waarde kan worden toegekend.
3.5 Conclusie van het voorgaande moet zijn: gezien de grote hoeveelheid vrij toegankelijke gegevens kan als van algemene bekendheid worden beschouwd, dat [Eiser] en zijn cellulaire geneeskunde plus de door hem beweerde wetenschappelijke doorbraak sterk omstreden zijn en een geur van kwakzalverij afgeven. Zijn stellingen zijn zo boud en worden met zoveel aplomb, zelfs agressiviteit, gebracht dat dat alleen al een kritische en relativerende benadering rechtvaardigt.
4. De Tubantia-artikelen zijn kennelijk geschreven naar aanleiding van de (media)belangstelling voor het gevecht dat in Duitsland werd geleverd over de behandeling van het kankerpatiëntje [Kankerpatiëntje]. Bij dat gevecht stonden [Eiser] en de reguliere geneeskunde tegen over elkaar.
Voor de beoordeling van het geschil van partijen is van belang weer te geven wat [Eiser] zelf van het ziekteverloop van de achtjarige [Kankerpatiëntje] en van zijn vitale celtherapie vindt.
Daarover schrijft een publicatie van MR Publishing (waarbij MR staat voor [Eiser]) als volgt, hier verkort, maar zoveel mogelijk letterlijk weergegeven:
Sinds een aantal maanden vechten [Eiser] en zijn gezondheidsalliantie om het leven van [Kankerpatiëntje] bij wie botkanker werd geconstateerd. In de universiteitskliniek Münster werd hij behandeld volgens de farmaceutisch georiënteerde geneeskunde. Men wilde zijn been volledig amputeren. Zijn ouders wisten een verminkende beenamputatie te voorkomen.
[Kankerpatiëntje] kreeg chemotherapie die een dusdanig verwoestende uitwerking had, dat hij er bijzonder ernstig aan toe was. Zijn ouders besloten over te gaan op vitale celstoffen. Al na enkele maanden lieten röntgenfoto's zien dat de groei van de uitzaaiingen in de longen gestopt was. Hierop reageerden de "chemoprofessoren" in Münster panisch. Ze probeerden via de rechter om [Kankerpatiëntje] terug te krijgen op de operatietafel en in de handen van de farmaceutische geneeskunde. Nieuwe foto's van januari 2004 toonden aan dat de longen van [Kankerpatiëntje] vrij zijn van uitzaaiingen. Een onafhankelijk radioloog stelt dat er geen uitzaaiingen meer zijn vast te stellen en dat de kanker bij [Kankerpatiëntje] bedwongen is. [Kankerpatiëntje] is na 9 maanden vitale celstoffen weer een normale 8-jarige jongen, die met veel plezier naar school gaat, ervan droomt ooit zelf arts te worden en al die dingen doet die een jongen van zijn leeftijd nu eenmaal graag doet. We zijn er samen met [Kankerpatiëntje] en zijn ouders blij om dat het leven van hun kind is gered. We willen laten zien wat vitale celstoffen kunnen betekenen bij het behandelen van kanker, want [Kankerpatiëntje] staat voor miljoenen kankerpatiënten die baat kunnen hebben bij natuurlijke geneeswijzen. Hiervan is zich ook de farmaceutische geneeskunde bewust. Er wordt geprobeerd [Kankerpatiëntje] onder dwang terug te krijgen naar een therapievorm, de chemotherapie, waarvan de genezingskansen niet of nauwelijks groter zijn geworden.
Aan de andere kant staan de wetenschappelijk onderbouwde successen van de cellulaire geneeskunde. Met behulp van deze werkzame natuurgeneeswijze kan de ziekte kanker zonder bijwerkingen worden behandeld. Ook de meeste andere volksziekten kunnen met vitale celstoffen effectief worden aangepakt. De wetenschappelijke studies die de werking van vitale celstoffen aantonen zouden volgens [Eiser] de basis moeten vormen voor een nieuw gezondheidsstelsel. Dat het farmaceutische kartel daar bang voor is en bang is zijn miljardenhandel in ziekten te verliezen, ligt voor de hand.
Na de artikelen in Tubantia vermeldt een andere publicatie van MR Publishing nog:
[Eiser] is er in geslaagd een wetenschappelijke doorbraak te bewerkstelligen bij het op een gerichte manier helpen tegenhouden van de verspreiding van kankercellen. Het meest opzienbarende aan deze doorbraak is, dat dit op natuurlijke wijze mogelijk is, met behulp van bepaalde vitaminen, aminozuren en andere vitale celstoffen. En:
Nu deze doorbraak niet meer te stoppen lijkt, probeert de farmaceutische industrie er schijnbaar in een uiterste krachtsinspanning toch nog van alles aan te doen om dit tegen te houden. En:
Door deze wetenschappelijke doorbraak voelt de "farmaceutische handel in ziekten", zoals [Eiser] deze industrie typeert en waar vele miljarden in omgaan, zich blijkbaar bedreigd in haar bestaan.
5. De rechtbank stelt vast dat de artikelen in Tubantia betrekking hebben op een sterk omstreden man en zijn even omstreden methode. Zij bevatten een verslag van de beroering die in Duitsland is ontstaan over de behandeling van het jongetje [Kankerpatiëntje].
De vraag is of de publicaties in Tubantia, zoals de dagvaarding stelt, onnodig tendentieus en negatief zijn en feitelijk onjuist, onware mededelingen bevatten, doorspekt met suggesties in een negatieve context.
De rechtbank is van oordeel dat die verwijten ongegrond zijn. De artikelen bevatten geen onvertogen woord en zijn ook niet feitelijk onjuist. De toonzetting is ingehouden kritisch, maar dat mag gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor over [Eiser] en zijn omstreden pretenties heeft vastgesteld.
6.1 Zoals hierboven is te lezen pocht [Eiser] op [Kankerpatiëntje], die dankzij 9 maanden vitale celstoffen van [Eiser] weer een normale 8-jarige jongen is, die met veel plezier naar school gaat, ervan droomt ooit zelf arts te worden en al die dingen doet die een jongen van zijn leeftijd nu eenmaal graag doet. We willen laten zien wat vitale celstoffen kunnen betekenen bij het behandelen van kanker, want [Kankerpatiëntje] staat voor miljoenen kankerpatiënten die baat kunnen hebben bij natuurlijke geneeswijzen.
[Eiser] stoort er zich aan dat [Gedaagde 2] dat een "wonderbaarlijke genezing" noemt en [Kankerpatiëntje] een paradepaardje van [Eiser]. Maar feitelijk claimde [Eiser] de "wonderbaarlijke genezing" wel. Ook voerde hij [Kankerpatiëntje] op als bewijs voor zijn succes, niet alleen in geschrift, maar ook op de Bühne, als de rechtbank wat dit laatste betreft een verslag in de Zwitserse Tages-Anzeiger mag geloven.
Toch mocht een redelijk denkend mens over die genezing zijn twijfels hebben, zeker gelet op het standpunt van de artsen die [Kankerpatiëntje] behandelden. Die hadden gesteld dat de jongen zou sterven als de chemokuren zouden worden stopgezet. Net zoals vele anderen had [Gedaagde 2] kennelijk die twijfels ook. Achteraf gezien mocht hij ze ook hebben, want zij waren helaas niet zonder grond. [Kankerpatiëntje] is in de herfst 2004 gestorven. [Eiser] stelt dat [Kankerpatiëntje] niet aan kanker is overleden.
6.2 [Eiser] stoort zich ook aan de zin "een (ex-?) kankerpatiëntje als speelbal in de bikkelharde strijd …".
MR Publishing laat over de behandeling van de jongen weten dat er een gevecht gevoerd werd tussen aan de ene kant de "chemoprofessoren", de farmaceutische geneeskunde, met de suggestie dat daarachter "het farmaceutische kartel" zit en aan de andere kant [Eiser].
[Eiser] klaagt een arts van [Kankerpatiëntje], [Prof. X] (dat is de Münsterse "chemoprofessor" uit de hiervoor aangehaalde publicatie van MR Publishing), zelfs formeel aan wegens poging tot doodslag op [Kankerpatiëntje]. Dat gevecht mag in Tubantia, ook gezien de beschrijving die MR Publishing er aan geeft, bikkelhard genoemd worden.
6.3 [Eiser] stelt zelf dat zijn preparaten helpen tegen kanker, hart- en vaatziekten en andere volksziekten.
[Gedaagde 2] schrijft daarover als een ongelovige die het licht nog moet zien.
Dat ongeloof is niet volstrekt ongerechtvaardigd en in dat verband gaan zijn typeringen circus en vitaminegoeroe en zijn preparaten helpen tegen elk denkbaar kwaad niet over de schreef. Dat [Eiser] in cursief "Herr Doctor" wordt genoemd is een beetje flauw
- Nederlanders zijn immers net zo gek op academische titulatuur als Duitsers - maar grievend is het niet.
6.4 [Eiser] acht zich ook gekwetst omdat [Gedaagde 2] zich onvoldoende distantieert van een door hem opgenomen citaat dat "deze middelen (die van [Eiser], toevoeging rechtbank) met een ontbijt van een ei, een sinaasappel en twee koppen thee binnen te krijgen zijn".
[Eiser] legt tamelijk omstandig uit dat dit feitelijk onjuist is omdat er in zijn middelen veel meer aan hooggedoseerde aminozuren, spoorelementen en EGCG zitten dan in het genoemde ontbijt.
Dat moge zo zijn, maar het gaat hier niet om de precieze hoeveelheden. De strekking van de geciteerde opvatting is dat er tussen de waarde van een behoorlijk ontbijt en de middelen van [Eiser] geen wezenlijk verschil bestaat. Die opvatting wordt gebracht in een door sprekers en schrijvers regelmatig gebruikte stijlfiguur, een zogenaamde hyperbool of metafoor.
6.5 [Eiser] heeft ook bezwaar tegen het woord preek waar het in het artikel gaat over zijn gevecht met de reguliere geneeskunde en farmacie. De rechtbank stelt vast dat [Eiser] in zijn publicaties steeds weer uitvaart tegen het hem tegenwerkende verwerpelijke farmaceutisch kartel en de daarmee verbonden geneeskunde. Zijn tegenstanders acht hij kennelijk de knechten van het farmaceutisch kapitaal.
Dat is een overtuiging die uitgaat van de kwade trouw van de farmaceutische industrie en objectief gezien niet erg geloofwaardig is. Een vergelijking van deze opvatting met een preek, waarin ook regelmatig gefulmineerd pleegt te worden tegen zondigheid van allerlei soort, ligt dan al gauw voor de hand.
7. Het verwijt dat de artikelen de suggestie zouden wekken dat [Eiser] dreigbrieven aan [Prof. X] zou hebben geschreven acht de rechtbank van elke grond ontbloot.
[Eiser] zegt de mensheid een blijde boodschap te brengen. Hij heeft daarin gelovige volgelingen. Het is van alle tijden dat sommige gelovigen hun ongelovige medemens graag te vuur en te zwaard bestrijden, zo nodig tot de dood er op volgt. Het zijn deze mensen die [Prof. X] brieven hebben geschreven met de wens bij hem de ingewanden zonder verdoving te laten verwijderen. Dat is wat in het Tubantia-artikel staat en meer niet. Nergens leest de rechtbank de suggestie dat [Eiser] die brieven geschreven of verstuurd heeft of heeft laten versturen of daartoe initiatief heeft genomen.
8. Kennelijk heeft op de website van de al genoemde Tages-Anzeiger, een Zwitsers dagblad dat, ware het een Nederlandse krant het predikaat kwaliteitskrant zou opeisen, een mededeling van/over [Prof. X] gestaan. [Prof. X] zou, aldus www.tagesanzeiger.ch, over de röntgenfoto's van de longen van [Kankerpatiëntje] gezegd hebben dat de beelden bewijzen dat [Eiser] geen vakkennis heeft en/of de boel bedondert.
Tubantia en [Gedaagde 2] nemen die bewering zonder bronvermelding over. [Eiser] acht zich daardoor gegriefd. [Eiser] ontkent dat [Prof. X] dat ooit gezegd heeft en wijst erop dat alleen in de Tages Anzeiger die uitspraak voorkomt en verder nergens anders. Voorts stelt hij dat de foto's een juist beeld geven van de longen van [Kankerpatiëntje].
De rechtbank laat in het midden of [Prof. X] al dan niet de genoemde uitspraak heeft gedaan. Hij kan het immers tegen de Tages Anzeiger gezegd hebben om het vervolgens om hem moverende redenen niet meer te herhalen. Tubantia en [Gedaagde 2] hadden er beter aan gedaan te vermelden dat die bewering uit de Tages Anzeiger kwam. Zoals het er staat is het mogelijk een onjuiste stelling. Toch rechtvaardigt deze misslag geen toewijzing van het door [Eiser] gevorderde.
9. [Eiser] heeft de handicap dat er een geur van kwakzalverij om hem hangt.
Het is legitiem, immers in het algemeen belang, om zich kritisch over kwakzalverij uit te laten. Er bestaat immers geen bewijs dat de aanbevolen alternatieve geneeswijze werkt. Zij pleegt slechts teleurgestelde verwachtingen op te leveren en vergeefs gemaakte kosten. Dat is het ergste nog niet, het zich kritiekloos overgeven aan alternatieve geneeswijzen kan, zoals de praktijk met enige regelmaat laat zien, onnodig de dood tot gevolg hebben. Het is van groot belang dat media, om het even of het om radio, TV, krant of internet gaat, daar waarschuwend, informerend en opiniërend tegen optreden.
10. De Tubantia-artikelen zijn kritisch, enigszins badinerend, maar zeker niet onrechtmatig. Zij geven een verslag. Een verslag over het gevecht om [Kankerpatiëntje], zijn door [Eiser] beweerde genezing, de ontkenning daarvan door de reguliere geneeskunde, de pr-campagne die [Eiser] voor zijn middelen voert, zijn uithalen naar anderen, de heilzame kracht die
[Eiser] aan zijn middelen toekent.
De lezer kan tussen de regels door lezen dat de schrijver niet overtuigd is van de waarde van de cellulaire geneeskunde, maar de effectiviteit van de methode is niet de essentie van de artikelen.
Voor die kritische benadering geldt zowel voor [Gedaagde 2] als voor Tubantia het recht op vrije meningsuiting. Dat recht houdt ook in dat zij in het algemeen belang waarnodig adequaat informeren en waarschuwend en kritisch schrijven en publiceren. De gewraakte Tubantia-publicaties gaan over een zeer omstreden man en een zeer omstreden geneeswijze. Zij bevatten geen feiten die onjuist zijn of onvoldoende steun vinden in feitenmateriaal.
11. [Eiser] maakt ten onrechte bezwaar tegen het opnemen van zijn portret bij het artikel op de binnenpagina. De foto is een geposeerd portret en een vroegere opname, kennelijk met zijn toestemming door of voor Tubantia gemaakt. De rechtbank acht [Eiser] een publieke figuur. De plaatsing van een portret van een publieke figuur bij een artikel dat weliswaar kritisch is, maar niet in strijd met de normen die in het maatschappelijk verkeer gelden, acht de rechtbank niet onrechtmatig.
12. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van eisers moeten worden afgewezen en dat zij de kosten van dit geding zullen moeten dragen.
1. Wijst de vorderingen van eisers af.
2. Veroordeelt eisers hoofdelijk in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden begroot op € 241,- aan verschotten en € 1.808,- aan het salaris van de procureur.
3. Verklaart dit vonnis voor wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Drewes en is op 8 februari 2006 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.