ECLI:NL:RBALM:2006:AV1702
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Rikken
- mr. Lorist
- mr. De Jong
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van advocaat wegens medeplegen van oplichting in faillissementszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 13 februari 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een advocaat, die werd beschuldigd van het medeplegen van oplichting. De verdachte, geboren in 1952 en wonende in Haarlem, werd verweten dat hij in de periode van 20 september 2002 tot en met 30 mei 2003, samen met anderen, opzettelijk handelingen had verricht met het doel om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Dit gebeurde in het kader van de verkoop van een onroerende zaak, een bedrijfspand van Prowi Holding BV, waarbij de verdachte de curator had bewogen tot afgifte van het pand tegen een koopprijs van €220.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte listige kunstgrepen heeft toegepast, waaronder het opmaken van een vals taxatierapport en het doen van misleidende uitspraken aan de curator.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van oplichting, maar niet aan valsheid in geschrifte. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 180 uur, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte, als ervaren advocaat, de grenzen van goed koopmanschap had overschreden en dat zijn handelen niet alleen de curator, maar ook de medeverdachte [medeverdachte L] bevoordeelde. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de impact van de strafzaak op de verdachte en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor een strafbaar feit.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van advocaten in faillissementszaken en de noodzaak om te handelen binnen de grenzen van de wet en de ethiek. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de oplichting gehandhaafd, gezien de overtuigende bewijsmiddelen die zijn gepresenteerd.