ECLI:NL:RBALM:2006:AV3962
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- M. van Ommeren
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot terugkeer naar woonwagen door gemeente Hof van Twente
In deze zaak vorderde eiser, samen met eiser 2, de terugkeer naar hun woonwagen op een specifieke locatie in Goor. De gemeente Hof van Twente verweerde zich tegen deze vordering. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser onvoldoende spoedeisend belang had bij de toewijzing van de vordering. Dit oordeel was gebaseerd op verschillende factoren. Ten eerste was er een lopend spoedappèl bij het gerechtshof dat binnen een week zou worden behandeld, wat de urgentie van de vordering verminderde. Ten tweede had de gemeente een deugdelijk alternatief geboden aan eiser, bestaande uit vervangende woonruimte en een geldsom. Daarnaast zou het gereedmaken van de woonwagenplek aan de gevraagde locatie, evenals de alternatieve plek, ten minste vier weken duren.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van de gemeente bij afwijzing van de vordering zwaarder woog dan het belang van eiser bij toewijzing. Eiser werd geacht te kunnen wachten op de uitkomst van de bodemprocedures. De vordering werd afgewezen en eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van de gemeente waren begroot op € 332,87 aan verschotten en € 527,= aan salaris van de procureur. Deze uitspraak werd gedaan op 8 maart 2006 in de rechtbank Almelo.