ECLI:NL:RBALM:2006:AX6394
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Groener
- Rechtspraak.nl
Vordering tot wijziging van de tekst op de grafsteen van een overleden echtgenote en moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 3 mei 2006 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde, die familieleden zijn. De zaak betreft de vordering van eiser om de tekst op de grafsteen van zijn overleden echtgenote en moeder te wijzigen. Eiser, wonende te Delfzijl, heeft de vordering ingesteld omdat gedaagde, de overblijvende echtgenoot, weigerde de woorden 'en oma' toe te voegen aan de grafsteen, ondanks de wens van eiser en de kinderen. De rechtbank overweegt dat de beslissing over de tekst op de grafsteen niet alleen aan de overblijvende echtgenoot toekomt, maar ook aan andere nabestaanden, in dit geval de zoon. De rechtbank stelt vast dat de weigering van gedaagde om de tekst aan te passen onrechtmatig is, omdat deze niet in overeenstemming is met de gerechtvaardigde wens van eiser.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde niet heeft aangetoond dat hij een gerechtvaardigd belang heeft bij het achterwege laten van de vermelding 'oma'. De rechtbank wijst erop dat de wens van eiser om de tekst aan te passen gerechtvaardigd is, gezien de rol van de overledene als grootmoeder. Gedaagde heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om zijn weigering te onderbouwen, en de rechtbank concludeert dat deze weigering onbetamelijk is. Eiser heeft bovendien op eigen kosten een identieke grafsteen laten maken met de gewenste tekst, wat de financiële gevolgen van de wijziging voor zijn rekening brengt.
De rechtbank heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld om binnen twee maanden na betekening van het vonnis de tekst op de grafsteen aan te passen, met een dwangsom voor elke dag dat hij in gebreke blijft. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.