ECLI:NL:RBALM:2006:AZ3990

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
5 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/710571-06
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Rikken
  • J. Teekman
  • A. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van begeleidster in ontuchtzaak met geestelijk gehandicapten

Op 5 december 2006 heeft de Rechtbank Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een begeleidster van patiënten in een woonvoorziening voor geestelijk gehandicapten. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee patiënten die aan haar zorg waren toevertrouwd. De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele handelingen, waaronder zoenen, betasten en seksuele gemeenschap. De feiten zouden zich hebben voorgedaan in de periode van 4 april 2004 tot en met 19 oktober 2005 in de gemeenten Almelo, Hellendoorn en Rijssen-Holten.

De rechtbank heeft de aangiften van de twee patiënten, [patient 1] en [patient 2], zorgvuldig onderzocht. Er werden echter wezenlijke verschillen geconstateerd tussen de aangiften en de getuigenverklaring van [getuige]. Deze inconsistenties, met name over de omstandigheden van de vermeende ontucht, leidden de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat er te veel ruimte voor twijfel aan de schuld van de verdachte bestond.

Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd het tegen de verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. M. Rikken, en in aanwezigheid van de andere rechters mr. J. Teekman en mr. A. Vermeulen, met mr. Lambers als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 710571-06
STRAFVONNIS
Uitspraak: 5 december 2006
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum] 1964,
wonende te [adres en plaats]
terechtstaande dat:
zij in of omstreeks de periode van 4 april 2004 tot en met 19 oktober 2005 in
de gemeente Almelo en/of in de gemeente Hellendoorn en/of in de gemeente
Rijssen-Holten en/althans (elders) in het arrondissement Almelo,
terwijl zij toen werkzaam was als begeleider woonvoorziening bij de
woonvoorziening Dubbel Zeven (onderdeel van de J.P. van den Bentstichting,
dienstverlening voor mensen met een verstandelijke handicap),
en aldus werkzaam in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg,
meermalen, althans eenmaal,
ontucht heeft gepleegd met [patient 1] en/of [patient 2], die zich als
patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of zorg had(den) toevertrouwd,
immers heeft/is zij (telkens):
- met die [patient 1] en/of met die [patient 2] ge(tong)zoend en/of
- met haar hand in/achter de broek van die [patient 1] en/of de broek van die
[patient 2] gegaan en/of heeft zij (vervolgens) hem/hen in de nabijheid van de
schaamstreek betast en/of
- de penis van die [patient 1] en/of de penis van die [patient 2] vastgepakt en/of vastgehouden en/of gestreeld en/of
- die [patient 1] en/of die [patient 2] gepijpt en/of afgetrokken en/of
- met die [patient 1] en/of die [patient 2] geslachtsgemeenschap gehad en/of
- toegelaten dat die [patient 1] en/of die [patient 2] haar lichaam en/of schaamstreek
en/of vagina streelden en/of likten;
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hierover:
De aangiften van [patient 2] en [patient 1] verschillen onderling op wezenlijke punten. De aangifte van [patient 2] verschilt ook op wezenlijke punten van de getuigenverklaring van [getuige] onder andere over het al dan niet gekleed zijn van [patient 2] en verdachte op het moment dat zij betrapt zouden zijn door de getuige. Nu ook de aangifte van [patient 1] onvoldoende door bewijsmiddelen wordt ondersteund, is de rechtbank van oordeel dat er zoveel ruimte voor twijfel aan de schuld van verdachte bestaat, dat de rechtbank niet kan komen tot de conclusie dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Heft op het tegen verdachte verleende (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van heden.
Aldus gewezen door mr. Rikken, voorzitter, mr. Teekman en mr. Vermeulen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Lambers, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 december 2006.