a. gedateerd op 20 november 2000 is tussen partijen onder nummer 22082524 een effectenleaseovereenkomst tot stand gekomen, benoemd als Overwaarde Effect Maandbetaling zonder Herbelegging;
b. de overeenkomst en de daarmee samenhangende overeenkomst onder (f) hieronder genoemd zijn tot stand gekomen op advies en door bemiddeling van Spaar Select Twente B.V., een zogenaamde cliëntenremisier;
c. de effectenleaseovereenkomst is zowel door B ondertekend; erop van toepassing verklaard zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease waarvan de tekst vermeld is op de achterzijde van het door B ondertekende stuk, waarin de overeenkomst is vastgelegd;
d. de overeenkomst voorziet erin dat Dexia voor een bedrag van € 42.626,10 in hoofdsom aandelen (AEX) (als volgens die overeenkomst (productie 1 dagvaarding/productie 1 CvA) gespecificeerd), aan B least en dat B gedurende 240 maanden maandelijks een bedrag van € 454,57 aan Dexia betaalt;
e. middels de onderhandse akte waarin de overeenkomst is vastgelegd heeft Dexia, onder de opschortende voorwaarde dat B al datgene aan haar heeft betaald wat hij haar krachtens de leaseovereenkomst en de daarbij behorende Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease verschuldigd is of zal worden, de geleasde waarde aan B geleverd;
f. daarnaast heeft B bij Dexia een beleggingsrekening geopend waarop hij een bedrag van f 48.000,-- (€ 21.781,45) heeft gestort, waarmee participaties in het Labouchere Global Aandelenfonds zijn gekocht;
g. doel van de beleggingsrekening was om daaruit de maandelijkse termijnen te betalen;
h. het bedrag van zijn storting op de beleggingsrekening heeft B ter beschikking gekregen doordat hij een (tweede) hypothecaire geldlening op zijn woonhuis bij
Hypotrust B.V. heeft afgesloten;
i. in de overeenkomst was tevens bepaald dat B die na 60 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder annuleringskosten zou kunnen beëindigen onder betaling of verrekening van de restant hoofdsom en bij beëindiging binnen 60 maanden daarnaast ook de resterende termijnen tot en met de zestigste maand verschuldigd zou zijn, waarbij dan over die laatst bedoelde termijnen een korting van 50% verleend zou worden;
j. bij brief van zijn procureur van 7 april 2005 heeft B de overeenkomst buitengerechtelijk zowel ontbonden als vernietigd, onder meer op grond van artikel 1:88 BW (niet meetekenen echtgenote) en heeft hij Dexia gesommeerd tot terugbetaling vóór
15 mei 2005 van het inmiddels door B onder Dexia gestorte bedrag van totaal
€ 28.239,31;
k. B heeft een restschuld aan Dexia;
l. het z.g. Dexia Aanbod is in 2003 door B aanvaard, de door Dexia in 2005 aan hem aangeboden Depot Coulanceregeling niet;
m. het zogenaamde Duisenberg-akkoord is op het onderhavige geval niet van toepassing.