ECLI:NL:RBALM:2007:BA1348
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Rikken
- A. Caminada
- J. Bordenga
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsprocedure tegen cafetaria wegens wederrechtelijk verkregen voordeel uit speelautomaten
In de ontnemingsprocedure die volgt op de veroordeling van een cafetaria, heeft de rechtbank Almelo op 20 maart 2007 uitspraak gedaan over de ontneming van inkomsten die het cafetaria heeft verdiend met speelautomaten. De rechtbank oordeelt dat het cafetaria € 9.418,50 aan wederrechtelijk verkregen voordeel moet afdragen aan de Staat der Nederlanden. De zaak betreft het parketnummer 08/721279-05 en is behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het verweer van de raadsman van het cafetaria besproken, dat stelt dat er in de periode van oktober 2002 tot en met mei 2003 geen speelautomaten aanwezig zouden zijn geweest. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er gedurende deze periode ongebruikelijke pintransacties hebben plaatsgevonden, die wijzen op de aanwezigheid van speelautomaten. Dit blijkt uit aanvullend proces-verbaal van de politie Twente, waaruit blijkt dat er grote bedragen zijn gepind in het cafetaria.
De rechtbank heeft de ontnemingsvordering van de officier van justitie beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de vordering moet worden toegewezen. De rechtbank heeft daarbij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op wettige bewijsmiddelen. Tevens heeft de rechtbank overwogen dat belastingvraagstukken aan de belastingdienst moeten worden overgelaten, zoals ook blijkt uit jurisprudentie van de Hoge Raad.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel voor het cafetaria vastgesteld op € 9.418,50, dat moet worden betaald aan de Staat der Nederlanden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Bosch.