ECLI:NL:RBALM:2007:BA2776
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Derks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het opsteken van de middelvinger naar politieambtenaren als belediging
In deze zaak oordeelt de politierechter van de Rechtbank Almelo over de vraag of het opsteken van de rechtermiddelvinger naar twee politieambtenaren kan worden aangemerkt als een belediging. De verdachte, geboren in 1963 en woonachtig in Almelo, heeft op 7 februari 2007 omstreeks 21.09 uur, tijdens het fietsen, de middelvinger opgestoken naar de inzittenden van een politievoertuig. De politierechter overweegt dat, hoewel het gebaar als onbeschoft kan worden beschouwd, het niet automatisch betekent dat het een belediging is in de juridische zin van het woord.
De rechter stelt vast dat het gebaar, dat in de Nederlandse cultuur vaak wordt geïnterpreteerd als een uiting van minachting, niet noodzakelijkerwijs gericht was op de specifieke politieambtenaren [B] en [E]. De verdachte had mogelijk de intentie om zijn onvrede over de politie in het algemeen te uiten, maar het is niet bewezen dat hij opzettelijk deze specifieke ambtenaren heeft beledigd. De politierechter wijst erop dat het gebaar in de context van de situatie niet kan worden gezien als een strafbare belediging, omdat het niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de politieambtenaren in het voertuig.
De rechter concludeert dat, hoewel het gedrag van de verdachte als hufterig en onbeschoft kan worden gekarakteriseerd, dit op zichzelf niet strafbaar is volgens het Nederlandse recht. De politierechter spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde belediging, omdat niet is komen vast te staan dat het gebaar daadwerkelijk als een belediging kan worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan op 10 april 2007, waarbij de verdachte niet ter zitting verscheen en zijn intenties niet kon toelichten.