ECLI:NL:RBALM:2007:BA4563
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.J. Vos
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en ontbindingsverzoek bij ABN AMRO Bank N.V.
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 3 mei 2007, stond de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen ABN AMRO Bank N.V. en een medewerker centraal. De Bank had de werknemer op 23 februari 2007 op staande voet ontslagen wegens vermeende overtredingen van de gedragsregels, waarbij de werknemer zonder toestemming mutaties op haar eigen bankrekening en die van haar kinderen had verricht. De Bank verzocht om voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat er sprake was van dringende redenen en een verandering in omstandigheden. De werknemer, die sinds 1983 in dienst was, betwistte de dringende reden en stelde dat de maatregelen van de Bank buitenproportioneel waren.
De kantonrechter oordeelde dat de gronden die de Bank aanvoerde onvoldoende zwaarwichtig waren om het opzeggen van het vertrouwen in de werknemer te rechtvaardigen. De rechter stelde vast dat er geen financieel nadeel of imagoschade voor de Bank was ontstaan door de handelingen van de werknemer. Bovendien was de werknemer gedurende haar lange dienstverband positief beoordeeld en had zij nooit eerder klachten ontvangen. De kantonrechter concludeerde dat een vruchtbare voortzetting van het dienstverband mogelijk was en wees het verzoek van de Bank af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.