ECLI:NL:RBALM:2007:BA6328

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
76091 ha za 06-121
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid gemeente Enschede voor schade door verzakking in wegdek

In deze zaak heeft eiser X, wonende te Enschede, de Gemeente Enschede aangeklaagd voor schade die hij heeft geleden na een val met zijn motor op 21 april 2004. De val vond plaats in de Bentrotstraat, waar een verzakking in het klinkerwegdek aanwezig was. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 13 december 2006 een bewijsopdracht gegeven aan X om getuigen te horen. X heeft vier getuigen laten horen, maar de Gemeente Enschede heeft geen getuigen opgeroepen om haar standpunt te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzakking aanwezig was, maar dat er geen bewijs is geleverd dat X daadwerkelijk in de verzakking is gereden, wat de oorzaak van zijn val zou zijn geweest.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende zijn om de aansprakelijkheid van de Gemeente Enschede vast te stellen. De getuigen hebben voornamelijk de gevolgen van de val waargenomen en niet het moment van inrijden in de verzakking. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een snelheidsbeperking van 30 km/uur gold in de Bentrotstraat, wat betekent dat X de oneffenheden in het wegdek had kunnen waarnemen en vermijden. Bovendien was de verzakking na melding op 14 april 2004 bebaakt door de Gemeente, en was deze op 23 april 2004 gerepareerd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van X afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente Enschede, die zijn begroot op € 375,-- aan griffierechten en € 1.130,-- aan salaris voor de procureur. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2007 door mr. J.H. van der Veer in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 76091 ha za 06-121
datum vonnis: 16 mei 2007
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
X,
wonende te Enschede,
eiser,
hierna te noemen X,
procureur: mr. A.P. Drosten,
tegen
de gemeente Enschede,
zetelende te Enschede,
gedaagde,
hierna te noemen Gemeente Enschede,
procureur: mr. T.J. van Drooge,
advocaat: mr. K. Teuben te Den Haag.
Procesverloop
Ter voldoening van de bij tussenvonnis van 13 december 2006 gegeven bewijsopdracht heeft X vier getuigen doen horen, de daarvan opgemaakte processen-verbaal bevinden zich bij de stukken.
De Gemeente Enschede heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om ter voldoening aan de haar gegeven bewijsopdrachten noch in contra-enquête getuigen te doen horen.
Partijen hebben na enquête te hebben geconcludeerd, wederom vonnis verzocht.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. X had te bewijzen, dat hij op 21 april 2004 ten gevolge van (het inrijden in) een verzakking in de klinkerbestrating van de Bentrotstraat te Enschede ter hoogte van perceel 44 als motorrijder de macht over het stuur heeft verloren.
2. Dat die verzakking als zodanig aanwezig was, is tussen partijen niet in geschil, zodat de rechtbank niet in zal gaan op de door Gemeente Enschede opgeworpen vraag welke foto(’s) in het procesdossier de juiste verzakking weergeeft, zulks is voor de beoordeling van het geleverde bewijs niet van belang.
Evenmin is in geschil dat X alstoen aldaar met zijn motor ten val is gekomen en onder een geparkeerde auto is geëindigd.
3. De rechtbank acht X echter niet geslaagd in het leveren van het bewijs dat hij ten gevolge van (het inrijden in) die verzakking de macht over het stuur van zijn motor heeft verloren.
4. Noch hijzelve noch de andere drie getuigen verklaren omtrent het waarnemen van het inrijden in de verzakking door X.
Zelf heeft X geen (exacte) herinnering aan een inrijden in een verzakking, de getuigen Spin en De Vries hebben (alleen) de gevolgen van de val van X met zijn motor in de vorm van schuiven en eindigen onder een geparkeerde auto waargenomen en niet het inrijden in de verzakking als zodanig.
5. Alleen de verklaring van getuige 1 is specifieker: Kennelijk heeft hij verderop gedraaid want hij kwam weer terug en ik zag hem onderuitgaan ter hoogte van perceelnummer 44. Daar zitten regelmatig gaten en verzakkingen in het klinkerwegdek –de straat is al jaren slecht daar- en ik zie ter hoogte van het gat dat het stuur van X een beweging maakt, hij met de motor ten val komt en glijdend klem komt te zitten onder een mij toebehorende aldaar geparkeerd staande reclameauto.
Even verder:
Ik heb mij nagenoeg geheel op (de situatie van) X geconcentreerd en niet geïnspecteerd om welke reden hij ten val was gekomen. Dus niet naar een gat in het wegdek gekeken.
6. Uit deze verklaring volgt hoogstens de aannemelijkheid van de mogelijkheid dat X in de verzakking is gereden, niet de rechtens relevante zekerheid daarvan.
Met name is enige andere aanleiding voor die stuurbeweging of oorzaak van dat ten val komen van X op deze, voor motorrijders immer risicovollere klinkerbestrating niet uitgesloten, zomede kan een zeker concluderend karakter aan deze getuigenverklaring niet worden ontzegd.
7. Evenmin acht de rechtbank een door X subsidiair gestelde aansprakelijkheid van Gemeente Enschede uit hoofde van onrechtmatige daad (in algemene zin) ex artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek aan de orde.
Vaststaat althans onvoldoende is door hem weersproken, dat ter plaatse in de Bentrotstraat een snelheidsbeperking van 30 km/uur (woonerf) gold, met welke snelheid oneffenheden in een wegdek voor hem goed waarneembaar en te vermijden zijn, zomede de betrokken verzakking na melding op 14 april 2004 was bebaakt door Gemeente Enschede respectievelijk na melding op 16 april 2004 van stukrijden ervan die bebakening weer was hersteld en op 23 april 2004 –echter voor deze zaak minder van belang- de verzakking is gerepareerd.
8. Daarmede heeft de Gemeente naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan haar ten deze te stellen zorgverplichtingen, waaraan niet afdoet dat op 21 april 2004 ten tijde van het ongeval de bebakening (kennelijk) niet meer aanwezig is geweest, waar niet is gebleken van een geboden noodzaak van algehele afsluiting voor alle verkeer van de Bentrotstraat vanwege die verzakking.
Slotsom
9. De vordering van X wordt afgewezen en hij wordt in de proceskosten verwezen.
De beslissing
De rechtbank:
I. Wijst af de vordering van X tegen de Gemeente Enschede.
II. Veroordeelt X in de kosten van de procedure aan de zijde van Gemeente
Enschede gevallen en tot op deze uitspraak begroot op € 375,-- aan griffierechten en
€ 1.130,-- aan salaris voor de procureur.
III. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer en op 16 mei 2007 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier