ECLI:NL:RBALM:2007:BA9551
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Wentink
- A. Caminada
- J. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Oordeel over niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wegens overschrijding van de redelijke termijn in een zedenzaken en hennepplantage zaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 10 juli 2007, stond de verdachte terecht voor meerdere zedendelicten en het telen van hennep. De rechtbank constateerde dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak aanzienlijk was overschreden. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege deze overschrijding, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het EVRM en artikel 14 lid 3 sub c van het IVBPR. De rechtbank overwoog dat de redelijkheid van de duur van een strafzaak afhankelijk is van verschillende factoren, waaronder de complexiteit van de zaak en de invloed van de verdachte op het procesverloop. In dit geval was de zaak relatief eenvoudig, maar de behandeling had meer dan twee jaar geduurd, wat niet gerechtvaardigd kon worden door de omstandigheden die het openbaar ministerie aanvoerde. De rechtbank oordeelde dat de overschrijding van de redelijke termijn aanzienlijk was en dat het openbaar ministerie niet had aangetoond dat de vertraging gerechtvaardigd was. Hierdoor werd de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in haar vervolging. Dit vonnis benadrukt het belang van een tijdige behandeling van strafzaken en de bescherming van de rechten van de verdachte.