ECLI:NL:RBALM:2007:BB5864

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
251202
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van de executeur van een nalatenschap wegens gebrek aan vertrouwen

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 20 september 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de executeur van een nalatenschap. Het verzoekschrift, ingediend op 6 augustus 2007, was afkomstig van de erfgenamen van de overledene, die op 11 februari 2007 was overleden. De overledene had in zijn testament, opgemaakt op 7 maart 2006, de executeur benoemd, maar de erfgenamen hadden geen vertrouwen meer in het handelen van de executeur. Tijdens de zitting op 5 september 2007 werd duidelijk dat de executeur, ondanks de verplichtingen uit het testament, niet binnen de gestelde termijn een boedelbeschrijving had opgemaakt en een legaat van € 100.000,00 had afgegeven, terwijl de middelen daarvoor aanwezig waren. De kantonrechter stelde vast dat de executeur niet adequaat had gehandeld en niet op de hoogte was van het aantal erfgenamen, wat leidde tot onduidelijkheid in de afwikkeling van de nalatenschap. De verzoekers voerden aan dat de executeur ernstig tekort was geschoten in haar taak en niet in staat was om de nalatenschap correct af te wikkelen. De rechtbank oordeelde dat er gewichtige redenen waren om de executeur te ontslaan, gezien het gebrek aan vertrouwen van de meerderheid van de erfgenamen. De rechtbank besloot de executeur met ingang van 1 oktober 2007 te ontslaan en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het verzoek om meer of anders te verzoenen werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Almelo
Zaaknummer : 251202 (gn)
Beschikking ex artikel 4 : 149 lid 1 sub f en lid 2 B.W. d.d. 20 september 2007 in de zaak van:
1: …, wonende te …
2: …, wonende te …,
verzoekers,
gemachtigde: mr. A. Endendijk, notaris te Den Ham
tegen
mr. …, kandidaat notaris te …
gerekestreerde,
verschenen in persoon
Het verzoek
Op 6 augustus 2007 is ter griffie binnengekomen een verzoekschrift met bijlagen van verzoekers.
In dit verzoekschrift wordt verzocht, zakelijk weergegeven, gerekestreerde als executeur ontslag te verlenen.
Op 4 september 2007 is ter griffie een verweerschrift van gerekestreerde binnengekomen;
Het verzoek is behandeld ter zitting van 5 september 2007, alwaar verschenen zijn verzoekers en hun gemachtigde, alsmede gerekestreerde bijgestaan door
mr. …, notaris.
Voorts zijn verschenen …, en haar kinderen …, wonende te … en …, wonende te ….
De beoordeling van het verzoek
Tussen partijen staat als onbetwist het navolgende in rechte vast:
• op 11 februari 2007 is te … overleden …, ongehuwd, zonder nakomelingen;
• blijkens testament verleden op 7 maart 2006 voor notaris … heeft … over zijn nalatenschap beschikt;
• blijkens dat testament heeft … onder andere de oudste kandidaat –notaris, c.q. medewerker ten kantore van mr. …, zijnde gerekestreerde benoemd tot executeur;
• blijkens dat testament heeft … tot zijn enige en gezamenlijke erfgenamen benoemd voor telkens 1/3 deel : … en haar kinderen tezamen en voor gelijke delen, …. (verzoeker sub 1) en zijn kinderen , tezamen en voor gelijke delen, alsmede …. (verzoeker sub 2) en zijn kinderen, tezamen en voor gelijke delen;
• gerekestreerde kon blijkens het testament een notaris als boedelnotaris aanwijzen en heeft als zodanig aangewezen mr. T.B.W. Linderman;
• mr. … heeft inmiddels zijn taak als boedelnotaris neergelegd en vervolgens heeft gerekestreerde mr. E.R. Willems, notaris te Almelo, als boedelnotaris aangewezen.
Zakelijk weergegeven voeren verzoekers aan dat gerekestreerde in de uitoefening van haar taak ernstig te kort is geschoten en dat zij voorts niet in staat geacht moet worden om de afwikkeling van de nalatenschap tot een correct einde te brengen.
Gerekestreerde heeft verzocht het verzoek af te wijzen omdat toewijzing zou betekenen dat er geen ter voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegde executeur meer aanwezig is en de nalatenschap vereffend dient te worden conform Boek 4 BW, afdeling 3, titel 6 hetgeen naar haar mening niet in het belang is van de boedel noch van de daarbij betrokken erfgenamen.
Naar aanleiding van hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt als volgt overwogen.
Artikel 4:149 BW bepaalt dat de executeur door de kantonrechter om gewichtige redenen kan worden ontslagen op verzoek van een erfgenaam en ook ambtshalve.
Vaststaat dat er twee aktes van levering van onroerende zaken zijn gepasseerd met medewerking en toestemming van gerekestreerde, nadat zij de ontwerpaktes ter beoordeling had ontvangen, waarbij er van werd uitgegaan dat verzoekers en … enige erfgenamen waren.
Niet echter verzoekers en … waren blijkens het testament enig erfgenamen maar tevens waren hun respectievelijke kinderen erfgenamen blijkens het testament.
Gerekestreerde had zulks moeten en kunnen weten na lezing van het testament en had dienovereenkomstig moeten handelen en de transporterende notaris in kennis moeten stellen van het feit dat er meer dan de drie in de ontwerpaktes vermelde erfgenamen waren.
Voorts staat vast dat gerekestreerde niet binnen de in het testament bepaalde termijn van zes maanden een boedelbeschrijving heeft opgemaakt en een legaat van € 100.000,00 heeft afgegeven, alhoewel de middelen daarvoor aanwezig waren.
De vraag van de kantonrechter bij gelegenheid van de mondelinge behandeling hoe groot de omvang van de nalatenschap op dat moment was, hetgeen gelet op de uitbetaling van het legaat relevant was, kon door gerekestreerde ook niet adequaat beantwoord worden.
Uit de stukken volgt voorts dat verzoekers en hun kinderen geen vertrouwen meer in het handelen van gerekestreerde als executeur hebben.
Hetgeen hiervoor is overwogen levert in onderling verband bezien een gewichtige reden op, op grond waarvan gerekestreerde als executeur ontslagen zal worden.
Immers heeft de meerderheid van de erfgenamen geen vertrouwen meer in gerekestreerdes handelen als executeur, hetgeen gelet op het hetgeen hiervoor overwogen is, niet ongegrond is.
Er zijn termen de proceskosten te compenseren des dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De beslissing
Ontslaat gerekestreerde op grond van gewichtige redenen als executeur van de nalatenschap van …, geboren op … en overleden te … op …, met ingang van 1 oktober 2007.
Compenseert de proceskosten, des dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en op 20 september 2007 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.