ECLI:NL:RBALM:2007:BB6390
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid gemeenteraad tot vestigen voorkeursrecht op perceel in Wierden
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 22 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen dhr. en mevr. X, eisers, en Projectontwikkeling Y BV, verweerder, over de vestiging van een voorkeursrecht op een perceel grond in Wierden. De eisers, die een koopovereenkomst hadden gesloten met Projectontwikkeling Y BV, stelden dat de gemeenteraad niet bevoegd was om een voorkeursrecht te vestigen op het perceel, omdat dit hun rechten zou schenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers slechts een afgeleid belang hebben bij het voorkeursrecht, en dat de gemeenteraad wel degelijk bevoegd is om dit recht te vestigen, ongeacht de mogelijkheid voor eisers om een beroep te doen op uitzonderingsbepalingen in de wet.
De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, maar alleen voor zover het bezwaar van Projectontwikkeling Y BV tegen het besluit van de gemeente Wierden niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het belang van Projectontwikkeling Y BV als potentiële koper niet voldoende was om hen als belanghebbende aan te merken in deze procedure. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor zover het bezwaar van Projectontwikkeling Y BV ontvankelijk was verklaard, maar verklaarde het beroep van eisers voor het overige ongegrond.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de vestiging van het voorkeursrecht niet in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, en dat de Wvg in overeenstemming is met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de gemeente Wierden te veroordelen in de proceskosten van eisers, aangezien het beroep inhoudelijk ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.