ECLI:NL:RBALM:2007:BB7930
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Dwaling bij de koop van een zomerhuisje en de gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de overeenkomst
In deze zaak heeft de rechtbank Almelo geoordeeld over een geschil tussen eiser en gedaagde met betrekking tot de koop van een zomerhuisje. Eiser, wonende te Vriezenveen, had op 17 oktober 2001 een zomerhuis met inboedel en schuur gekocht van gedaagde, wonende te Rijssen, voor een bedrag van hfl. 25.000,- (€ 11.344,-). Eiser stelde dat hij bij het aangaan van de koopovereenkomst was misleid door gedaagde, omdat hij niet was geïnformeerd over de juridische status van het zomerhuis, dat zonder bouwvergunning was opgericht. Eiser baseerde zijn vorderingen op dwaling, stellende dat hij niet tot de koopovereenkomst zou zijn gekomen als hij had geweten dat verbouwing zonder vergunning niet mogelijk was.
De rechtbank heeft het procesverloop in deze zaak besproken, inclusief een comparitie van partijen en een descente op de camping waar het zomerhuis zich bevindt. De rechtbank concludeerde dat gedaagde niet op de hoogte was van de illegale status van het zomerhuis en dat eiser zelf onvoldoende onderzoek had gedaan naar de mogelijkheden voor verbouwing. De rechtbank oordeelde dat eiser niet met succes kon stellen dat hij door gedaagde was misleid, omdat hij zelf had moeten inzien dat hij bij de aankoop van het zomerhuis, dat hij kocht 'zoals het er stond', ook de juridische risico's aanvaardde.
De rechtbank wees de vorderingen van eiser af en oordeelde dat er geen grondslag was voor de vordering op basis van artikel 6:228 BW. Eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die door de rechtbank zijn begroot op € 710,- aan verschotten en € 2.316,- aan het salaris van de procureur. Dit vonnis is op 6 juni 2007 in het openbaar uitgesproken door mr. Vermeulen.