ECLI:NL:RBALM:2007:BC4383
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake leaseovereenkomst AEX Plus Effect Maandbetaling tussen eiser en Dexia Bank Nederland B.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo werd behandeld, vorderde eiser X, die samen met X-Y optrad als eisers in conventie, een verklaring voor recht dat de lease-overeenkomst met Dexia Bank Nederland B.V. nietig was. De overeenkomst, genaamd 'AEX Plus Effect Maandbetaling', was op 12 december 2000 gesloten en hield in dat X een aantal Labouchere AEX Plus Certificaten leaset. De totale hoofdsom van de leaseovereenkomst bedroeg € 12.765,35, met een overeengekomen leasesom van € 32.671,20 over een periode van 240 maanden. Eiser stelde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en dat de overeenkomst niet voldeed aan de eisen van de Wet Consumenten Krediet (WCK).
De rechtbank oordeelde dat de WCK niet van toepassing was, omdat de totale leasesom de op dat moment geldende grens van € 22.652,- overschreed. De rechtbank kwalificeerde de overeenkomst als een kansovereenkomst zonder zelfstandig beleggingskarakter, waardoor Dexia niet gehouden was aan de zorgplicht die voortvloeit uit de NR 99. De vorderingen van X werden afgewezen, en X werd veroordeeld in de proceskosten van Dexia. In reconventie vorderde Dexia betaling van een restschuld van € 1.172,63, welke vordering door de rechtbank werd toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding.
Het vonnis werd uitgesproken op 7 november 2007 door mr. M.L.J. Koopmans, waarbij de rechtbank de vorderingen van X in conventie afwees en Dexia in reconventie in het gelijk stelde. De kostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.