ECLI:NL:RBALM:2008:BC1180
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Rikken
- A. Stoové
- J. Teekman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van huisarts voor het opzettelijk doden van zijn moeder door toediening van medicatie in palliatieve zorg
In deze zaak stond een huisarts terecht die beschuldigd werd van het opzettelijk doden van zijn moeder door het toedienen van verdovende en spierverlammende middelen. De moeder van de verdachte was op 25 februari 2005 opgenomen in een verpleeghuis en overleed enkele dagen later. De verdachte had zonder overleg met de verpleeghuisarts en zonder registratie van zijn handelingen morfine, Dormicum en pethidine toegediend. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van moord, maar de rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat de dood van de vrouw door de toediening van deze medicijnen was veroorzaakt. De rechtbank was niet overtuigd dat de verdachte opzet had om zijn moeder te doden, maar eerder om haar lijden te verlichten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De verdediging voerde aan dat de vervolging getuigde van willekeur, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende grond was voor de vervolging. De rechtbank concludeerde dat de verdachte handelde binnen de grenzen van palliatieve zorg en dat de toediening van de medicijnen niet excessief was. De rechtbank benadrukte dat de intentie van de verdachte was om de symptomen van zijn moeder te bestrijden en haar leed te verzachten, en niet om haar leven te beëindigen. De uitspraak werd gedaan op 4 januari 2008.