ECLI:NL:RBALM:2008:BC3843
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontbinding van aandelenleaseovereenkomsten en schadevergoeding in Dexia-zaak
In deze zaak heeft eiser Y Dexia Bank Nederland N.V. gedagvaard in verband met vier aandelenleaseovereenkomsten die hij in de jaren 1998, 2000 en 2001 had afgesloten. Y vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de overeenkomsten ontbonden zijn, schadevergoeding en dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat Y in voldoende mate was geïnformeerd over de risico's van de overeenkomsten en dat hij deze op eigen initiatief had gesloten. Dexia voerde aan dat Y niet alle relevante verweren had opgenomen in zijn dagvaarding en dat er geen causaal verband was tussen de gestelde schade en het handelen van Dexia. De rechtbank oordeelde dat de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) niet van toepassing was op de overeenkomsten, omdat de totale leasesommen het geldende plafondbedrag overschreden. De rechtbank concludeerde dat Y niet kon aantonen dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en wees zijn vorderingen af. In reconventie werd Y veroordeeld tot betaling van de resterende restschulden aan Dexia, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden eveneens aan Y opgelegd.