ECLI:NL:RBALM:2008:BC6050
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Wees
- J. Rikken
- A. Vogel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van vader wegens onvoldoende bewijs van verkrachting en incest met dochter
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 7 maart 2008, stond een vader terecht die beschuldigd werd van het verkrachten van zijn dochter in 2007 en het plegen van incest gedurende enkele jaren daarvoor. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat het bewijs onvoldoende werd geacht. Het bewijs was voornamelijk gebaseerd op de verklaringen van de dochter, maar er ontbrak ander ondersteunend bewijs dat haar verklaringen kon bevestigen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefster te algemeen en onvoldoende concreet waren, en dat er geen authentiek bewijs was dat de beschuldigingen kon staven.
De rechtbank overwoog dat de belastende getuigenverklaringen in het dossier voornamelijk afkomstig waren van de aangeefster zelf, en dat er geen andere getuigen waren die de gebeurtenissen konden bevestigen. De rechtbank vond het niet waarschijnlijk dat de gebeurtenissen zoals door de aangeefster beschreven, zonder dat anderen daar iets van hadden gemerkt, in zo'n kort tijdsbestek hadden plaatsgevonden. Bovendien waren de blauwe plekken bij de aangeefster niet voldoende om de beschuldigingen te onderbouwen.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er te veel twijfel bestond over de feiten en dat de tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte werd dan ook volledig vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. De rechtbank hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op en gelastte de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.