ECLI:NL:RBALM:2008:BC7747
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding en onrechtmatige daad in Dexia-zaak
In deze zaak heeft eiser X, wonende te Eibergen, Dexia Bank Nederland N.V. aangeklaagd wegens onrechtmatige daad en schadevergoeding. De procedure is gestart op 8 augustus 2007, waarbij X zich liet vertegenwoordigen door procureur mr. E.H. Hoeksma. Dexia, vertegenwoordigd door procureur mr. J. Sleeswijk Visser en advocaat mr. H. Post, heeft gereageerd op de dagvaarding. X heeft in 2000 via een mailing contact opgenomen met Legio Lease, de rechtsvoorganger van Dexia, en heeft in 1999 en 2001 twee aandelenleaseovereenkomsten, genaamd Winstverdriedubbelaar, afgesloten. X heeft in totaal € 15.535,69 aan Dexia betaald, maar heeft restschulden van € 18.894,30 overgehouden na beëindiging van de overeenkomsten.
X vordert onder andere een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en schadeplichtig is, alsook een veroordeling tot terugbetaling van inleg en wettelijke rente. Dexia betwist de vordering en stelt dat de overeenkomsten op initiatief van X zijn gesloten, waarbij X voldoende tijd had om de overeenkomsten te bestuderen. Dexia beroept zich op het niet-inachtnemen van de substantiëringsplicht door X en betwist de toepasselijkheid van de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) vanwege het overschrijden van het beschermingsplafond.
De rechtbank oordeelt dat de WCK van toepassing is, maar dat de kredietsommen het plafond overschrijden. De rechtbank constateert dat X uit eigen beweging contact heeft opgenomen met Legio Lease en niet onder druk van een tussenpersoon heeft gehandeld. De rechtbank heeft partijen opgeroepen om in persoon te verschijnen voor een comparitie, waarbij ook een schikking kan worden beproefd. Het vonnis is op 20 februari 2008 uitgesproken door mr. J.H. van der Veer in aanwezigheid van de griffier.