ECLI:NL:RBALM:2008:BD4806
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- M. Stoové
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand
In deze zaak hebben de verhuurder en geldverstrekker gezamenlijk hun vorderingen op de huurder en leners ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat een groot deel van de vorderingen niet-ontvankelijk is. De vordering van de verhuurder op de huurder tot betaling van achterstallige huur is eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen spoedeisend belang aanwezig is. De vordering van de geldverstrekker op de lener is om dezelfde reden niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft zich vervolgens gericht op de vordering van de verhuurder op de huurder tot ontruiming van het pand. Ondanks dat de verhuurder nog bouwwerkzaamheden aan het pand uitvoert, is het niet aanvaardbaar dat de huurder de huurpenningen en servicekosten niet betaalt.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verhuurder en geldverstrekker gezamenlijk hun vorderingen hebben ingediend, maar dat er geen sprake is van een gezamenlijke vordering op de gedaagden. Hierdoor zijn verschillende vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. De huurder heeft zich beroepen op zijn opschortingrecht, omdat de bouwwerkzaamheden niet zijn afgerond en hij het restaurant niet kan openen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de huurder ernstig tekort is geschoten in zijn verplichtingen en heeft de ontruiming van het pand gelast.
De proceskosten zijn toegewezen aan de verhuurder, terwijl de geldverstrekker in de kosten van de leners is veroordeeld. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de verhuurder op de huurder en haar vennoten tot betaling van de lening niet-ontvankelijk verklaard, evenals de vorderingen van de geldverstrekker op de leners voor betaling van achterstallige huurpenningen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.