ECLI:NL:RBALM:2008:BE8674
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- mr. Inden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een kort geding vordering tot betaling door Cow Hills Connection B.V. aan Vedor International B.V.
In deze zaak heeft Cow Hills Connection B.V. (hierna: Cow Hills) een kort geding aangespannen tegen Vedor International B.V. (hierna: Vedor) met het verzoek om betaling van een bedrag van € 53.484,55, vermeerderd met wettelijke rente. Cow Hills stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening, omdat het om een fors bedrag gaat dat van invloed is op haar financiële planning. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat Cow Hills onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die rechtvaardigen dat zij de uitkomst van een bodemprocedure niet hoeft af te wachten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is aangetoond en dat het niet waarschijnlijk is dat de bodemrechter de vordering van Cow Hills zal toewijzen.
De zaak is behandeld op 3 juni 2008, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Cow Hills heeft gesteld dat er afspraken zijn gemaakt over de financiële afwikkeling, maar Vedor heeft deze afspraken betwist. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de gemaakte afspraken en de onderlinge betalingsverplichtingen niet in dit kort geding kunnen worden beoordeeld, en dat een bodemprocedure de aangewezen weg is om deze geschillen te beslechten.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van Cow Hills afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het geding. De voorwaardelijke eis in reconventie van Vedor behoeft geen verdere behandeling, nu de vordering van Cow Hills is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 15 augustus 2008 door mr. Inden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van de griffier.