ECLI:NL:RBALM:2008:BF1955
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van maatschapovereenkomst in kort geding tussen echtgenoten
In deze zaak heeft de vrouw gevorderd dat de man overgaat tot ontbinding van de maatschapovereenkomst die hij heeft gesloten met hun zoon. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de vrouw niet kan worden toegewezen, omdat een veroordeling tot ontbinding constitutief van aard is en niet kan worden toegewezen in kort geding. De vrouw en man zijn gehuwd in gemeenschap van goederen, en de vrouw stelt dat zij recht heeft op de gelden die de man in de maatschap heeft ingebracht. De man heeft echter verweer gevoerd en betoogd dat de vrouw niet ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij niet heeft voldaan aan de substantiëringsplicht. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk is in haar vordering, maar dat de vordering zelf niet kan worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat iedere partij de eigen kosten van het kort geding draagt. Het vonnis is gewezen op 17 september 2008 en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.