ECLI:NL:RBALM:2008:BG4647
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Wentink
- A. Stoové
- J. Taalman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en veroordeling in verkeerszaak met dodelijk ongeval
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 18 november 2008, stond de verdachte terecht voor het veroorzaken van een verkeersongeval op 20 augustus 2007 in Enschede, waarbij een motorrijder om het leven kwam. De verdachte, als bestuurder van een personenauto, werd beschuldigd van het niet verlenen van voorrang aan de motorrijder bij het linksaf slaan. De rechtbank oordeelde dat het feitelijke rijgedrag van de verdachte niet de wettelijk vereiste mate van schuld aantoonde voor een veroordeling op basis van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet volledig op de verkeerde weghelft reed op het moment van het ongeval, en dat er onvoldoende bewijs was om aan te nemen dat hij roekeloos of onvoorzichtig had gehandeld.
De rechtbank vond echter wel dat de verdachte schuldig was aan een overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat hij niet de vereiste voorzichtigheid in acht had genomen. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 500 en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor drie maanden. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de zaak, waaronder de ernst van het ongeval en de gevolgen voor de nabestaanden van het slachtoffer, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen strafblad had en 47 jaar oud was. De rechtbank benadrukte dat geen enkele straf de nabestaanden met het aangerichte leed kon verzoenen, maar dat er een evenwichtige straf moest worden opgelegd die recht deed aan de ernst van de overtreding en de gevolgen daarvan.