RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 97130 / KG ZA 08-270
datum vonnis: 4 november 2008 (amw)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
x,
wonende te ( ),
eiser,
verder te noemen de man,
advocaat: mr. H.J.M. van Denderen,
y,
wonende te ( ),
gedaagde,
verder te noemen de vrouw,
advocaat: mr. E.M. Elfrink.
De man heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 28 oktober 2008. Ter zitting zijn verschenen: de man vergezeld door mr. Van Denderen en de vrouw vergezeld door mr. Elfrink. De standpunten zijn toegelicht. Voor deze zitting heeft de vrouw een aantal producties in het geding gebracht. Door de vrouw is een pleitnota overgelegd.
Ter zitting heeft de man zijn eis mondeling vermeerderd.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
1. In deze zaak staat het navolgende vast. Partijen zijn op 26 augustus 1988 te ( ) in gemeenschap van goederen gehuwd. Bij beschikking van 26 april 2006 van deze rechtbank is de echtscheiding uitgesproken, welke beschikking op 14 november 2006 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Bij deze beschikking is partijen bevolen om, zodra de echtscheiding van kracht is geworden, met elkaar over te gaan tot verdeling van de gemeenschap, met benoeming van een notaris en een onzijdig persoon. De gemeenschap van goederen is tot op heden niet verdeeld, nu partijen hierover geen overeenstemming hebben bereikt.
2. De man vordert de vrouw te veroordelen om binnen één week na dagtekening van dit vonnis aan hem af te geven zijn fiets, diverse hand- en elektrische gereedschappen, persoonlijke foto’s en fotoalbums, werkkleding en werkschoenen, kristalwerk (erfstukken van de ouders van de man), melkbussen (erfstuk), persoonlijke lp’s en single’s, met veroordeling van de vrouw in de proceskosten.
3. Ter zitting heeft de man zijn eis vermeerderd, in die zin dat hij heeft gevorderd een redelijke dwangsom op te leggen voor het geval niet aan de veroordeling tot afgifte van de goederen wordt voldaan, zonder daaraan een maximum te verbinden.
4. De man heeft daartoe het volgende aangevoerd. De man is, mede vanwege de nodige persoonlijke perikelen tussen partijen, geruime tijd gedetineerd geweest en heeft als gevolg daarvan zijn persoonlijke zaken bij de vrouw moeten achterlaten. De man heeft de vrouw verzocht om in afwachting van afspraken over de wijze van verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap aan hem zijn persoonlijke bezittingen af te geven, maar zij is daartoe niet bereid. De man heeft er recht en belang bij, en gezien het feit dat hij verwacht binnenkort weer aan het werk te kunnen gaan en dus zijn gereedschappen, werkkleding en andere persoonlijke bezittingen nodig heeft ook een spoedeisend belang, dat aan hem de genoemde persoonlijke bezittingen worden afgegeven.
5. De vrouw heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op de stellingen van de vrouw wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
6. Een verweer van de vrouw is dat de man niet ontvankelijk in zijn vordering dient te worden verklaard, dan wel dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat de man geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering.
7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de man onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het gebruik van de door hem genoemde goederen. Voorts heeft de man onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zijn situatie thans zodanig is dat hij binnen afzienbare termijn dient te beschikken over deze goederen. De voorzieningenrechter merkt op dat de onderhavige procedure zich niet leent voor het verdelen van de goederen, te meer nu bij echtscheidingsbeschikking een notaris is benoemd. De voorzieningenrechter zal daarom de vordering van de man afwijzen.
8. Omdat partijen gewezen echtgenoten zijn en het geding met de gevolgen van de echtscheiding verband houdt, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.
I. Wijst af de vordering van de man.
II. Compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. H.J. Inden, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 november 2008, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Witkop, griffier.