ECLI:NL:RBALM:2008:BG5120
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- mr. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning wegens het hebben van een hennepdrogerij door de huurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 14 november 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een stichting als eiseres en een huurder als gedaagde. De eiseres, gevestigd te Enschede, vorderde ontruiming van de woning van gedaagde, die sinds 6 september 1989 huurde. De aanleiding voor de vordering was de ontdekking van een hennepdrogerij in de woning van gedaagde, wat volgens eiseres een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. Eiseres stelde dat gedaagde zich niet als een goed huurder had gedragen, wat grond opleverde voor ontruiming op basis van artikel 7:213 BW.
Tijdens de zitting op 12 november 2008 werd het standpunt van eiseres toegelicht door een consulent leefbaarheid, bijgestaan door haar advocaat, mr. R. Smink. Gedaagde was aanwezig met zijn advocaat, mr. J.A.A.M. Rupert, en betwistte de vordering. Gedaagde stelde dat er geen spoedeisend belang was voor ontruiming, omdat er geen schade was en de hennepdrogerij niet meer in gebruik was. Hij voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de regels omtrent het drogen van hennep en dat hij nooit eerder tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde wel degelijk in strijd had gehandeld met de huurovereenkomst door de hennepdrogerij te hebben. De rechter concludeerde dat de wanprestatie van gedaagde vaststond en dat de tekortkoming niet ongedaan kon worden gemaakt. De rechter wees de vordering van eiseres toe en bepaalde dat gedaagde uiterlijk op 1 maart 2009 de woning moest ontruimen. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de kosten van het geding, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.