ECLI:NL:RBALM:2008:BG5123

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
18 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
95930 / KG ZA 08-208
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Zweers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot medewerking aan levering van woning en ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 18 november 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die voormalige levenspartners zijn. De vrouw vorderde dat de man zou meewerken aan de levering van een woning aan haar, en dat hij haar zou ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheek bij de ING-bank. De vrouw stelde dat zij, vanwege haar mede-eigendom van de woning, niet in staat was om een nieuwe hypothecaire lening af te sluiten voor een woning met haar nieuwe partner. De man gaf aan bereid te zijn om mee te werken, maar was afhankelijk van de ING-bank, die weigerde om de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan vanwege het te lage inkomen van de man.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man niet in staat is om aan de vordering van de vrouw te voldoen, omdat hij afhankelijk is van de medewerking van de ING-bank. De rechter oordeelde dat, hoewel de man goede wil toonde, hij niet zelf de controle had over de situatie. De vrouw had een spoedeisend belang, maar de rechter kon niet ingrijpen in de beslissing van de bank. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering van de vrouw afgewezen.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt de afhankelijkheid van de man van de bank en de gevolgen daarvan voor de vrouw, die in een moeilijke financiële situatie verkeert. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en betreft een kort geding, waarbij de rechter de belangen van beide partijen heeft afgewogen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Civiel
zaaknummer: 95930 / KG ZA 08-208
datum vonnis: 18 november 2008 (z)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te Enschede,
eiseres,
verder te noemen de vrouw,
advocaat: mr. B.A.M. Oude Breuil,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te Enschede,
gedaagde,
verder te noemen de man,
in persoon verschenen.
De vrouw heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzittingen van 19 augustus 2008 en 11 november 2008.
Ter zitting zijn telkens verschenen: de vrouw, vergezeld door mr. B.A.M. Oude Breuil, en de man in persoon. De standpunten zijn toegelicht.
Ter zitting van 19 augustus 2008 is de behandeling aangehouden, aangezien een minnelijke oplossing in het verschiet leek. Uiteindelijk is de procedure op verzoek van de vrouw op
11 november 2008 voortgezet. Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat, voor zover ten deze van belang, het navolgende vast.
- Partijen hebben een relatie gehad, welke inmiddels een aantal jaren geleden is geëindigd.
- Ter zake de financiële/zakelijke afwikkeling van de relatie is bij deze rechtbank een procedure aanhangig geweest.
- In die procedure is door de rechtbank op 9 januari 2008 eindvonnis gewezen, welk vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
- Bij dat vonnis is onder meer bepaald dat de woning c.a. aan [adres] te Enschede, de daarop rustende hypothecaire lening en de daaraan gekoppelde polis worden toegedeeld aan de man.
- Daarbij dient de man er voor zorg te dragen dat de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake van de hypotheekovereenkomst met de ING-bank wordt ontslagen.
-Door de raadsman van de vrouw is aan de raadsman van de man (in de meergenoemde procedure) op 20 mei 2008 een ingebrekestelling gezonden.
- Ondanks deze ingebrekestelling is het tot op heden nog steeds niet tot het ontslag van de vrouw uit de hoofdelijkheid ter zake de hypotheekovereenkomst gekomen.
2. Het standpunt van de vrouw:
De vrouw heeft getracht om ten behoeve van de aankoop van een woning met haar nieuwe partner een hypothecaire lening bij Fortis ASR af te sluiten. Dat is blijkens een in fotokopie overgelegde brief van Fortis ASR d.d. 15 juli 2008 niet gelukt, aangezien de vrouw nog mede-eigenaar is van het pand aan [adres] te Enschede, op welk pand een aantal beslagen ligt.. De vrouw heeft thans een spoedeisend belang bij de nakoming van het vonnis van deze rechtbank van 9 januari 2008, nu zij, zolang zij mede-eigenaar blijft van de woning aan [adres] en hoofdelijk aansprakelijk blijft voor (ook) de hypothecaire verplichtingen in dat verband, met haar huidige partner geen andere woning kan kopen.
Daarom vordert de vrouw, uitvoerbaar bij voorraad, de man te veroordelen om
-binnen 8 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis- zijn medewerking te verlenen aan de levering van de woning aan [adres] te Enschede aan hemzelf, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,= per dag dat de man hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 100.000,=;
- te bewerkstelligen dat de vrouw uiterlijk ter gelegenheid van de levering van voornoemde woning aan de man wordt ontslagen uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder, zijnde de ING-bank, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,= per dag dat de man hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 100.000,=;
- de man te veroordelen in de kosten van deze procedure, de kosten van eventuele executie van het in deze te wijzen vonnis daaronder begrepen.
3. Het standpunt van de man:
De man heeft begrip voor het door de vrouw gevorderde, is bereid daar aan mee te werken, maar is daarvoor afhankelijk van de ING-bank. De ING-bank wil niet meewerken aan het ontslag van de vrouw uit haar hoofdelijke verplichtingen, nu de ING-bank het huidige inkomen van de man te laag vindt. De aanvankelijke gedachte dat de huidige vriendin van de man de woning mede op haar naam zou nemen, in plaats van de vrouw, bleek toch geen reële optie.
De man verklaart dat hij al het mogelijke heeft gedaan om de woning geheel en volledig op zijn naam te krijgen en de vrouw uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder te ontslaan (waaronder het benaderen van een notaris en de ING-bank), maar het is hem niet gelukt de woning te herfinancieren. Ter terechtzitting van 19 augustus 2008 toont de man een brief van de ING-bank, waaruit één en ander blijkt.
4. De voorzieningenrechter zal het door de vrouw bij dagvaarding gevorderde afwijzen. Daartoe dient de volgende overweging.
De voorzieningenrechter is vooralsnog overtuigd van de goede wil van de man om aan het door de vrouw bij dagvaarding gevorderde mee te werken, maar stelt vast dat de man dat niet zelf in zijn macht heeft. De man is daarvoor immers afhankelijk van de ING-bank, die niet aan het ontslag van de vrouw uit de hoofdelijkheid wil meewerken, gelet op het huidige (te lage) inkomen van de man. Ook is ter terechtzitting aannemelijk geworden dat op korte termijn geen andere oplossingen voor de man in het verschiet liggen. Dat dit ook (financiële) gevolgen heeft voor de vrouw, is de man echter niet toe te rekenen.
De voorzieningenrechter acht een verdere aanhouding, in afwachting van een mogelijke oplossing, in het kader van een procedure als de onderhavige niet wenselijk.
Nu partijen voormalige levenspartners zijn is er aanleiding om de proceskosten als na te melden te compenseren.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst het door de vrouw gevorderde af.
II. Compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij zijn of haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 november 2008, in tegenwoordigheid van Zomer, griffier.